Sporten? Als moeder lijkt dat zo’n activiteit waarvoor je eigenlijk geen tijd hebt in je drukke schema. Dacht ik ook, lange tijd. Toch ben ik blij dat ik deze stap een paar maanden geleden heb gezet. Het levert me veel op en ik durf zelfs te zeggen dat ik een betere moeder ben sinds ik naar de sportschool ga. Hoe dat precies zit? Ik leg het je hieronder allemaal uit!
De onmogelijkheid van sporten als moeder?
Een paar maanden haalde ik mismoedig mijn schouders op. “Ik zou zo graag willen sporten, maar ik heb werkelijk geen idee hoe en wanneer.” Laten we eerlijk zijn: als single moeder met vier kinderen is de tijd ook behoorlijk beperkt. Toch kreeg ik sportkleding en nieuwe schoenen voor mijn verjaardag, als steuntje in de rug (en stok achter de deur). In dubbel opzicht een heel fijn cadeau, want het maakte dat ik eind april de sportschool belde of ik kon langskomen. Nog geen uur later kreeg ik uitleg over de verschillende apparaten.
Ik vond het best spannend. Die week waren de kinderen bij Ro, waardoor ik ruimschoots de tijd had. Een week later moest ik het écht war gaan maken: tussen de bedrijven door, in het weekend – zou ik dat kunnen? Inmiddels sport ik bijna twee maanden, minimaal 4 keer per week. Ik kan me goed voorstellen dat je het gevoel hebt dat sporten niet voor jou is weggelegd. Daarom leg ik hieronder uit hoe ik het doe. Misschien helpt het jou om de gaten in je agenda te vinden, waardoor je toch meer kunt dan je op dit moment denkt.
Hoe ik het aanpak?
Voordat ik daadwerkelijk ging sporten, besloot ik het allemaal letterlijk op papier te zetten.
Mijn probleem Ik wil sporten, maar heb geen tijd
Wat ik zou willen? Meer ruimte in mijn agenda, af en toe een uurtje sporten
De oplossing? Ik schreef elk vrij uurtje op: als Ro hier mee eet, tijdens het sporten van de kinderen, op donderdag (mijn werkdag), als de kinderen allemaal slapen en mijn oudste thuis is, in het weekend… Ineens bleek ik bijna elke dag wel enige tijd te hebben. En dat onze sportschool behoorlijk lange openingstijden hanteert, sluit goed aan op mijn behoeften.
In de praktijk ziet mijn schema er zo uit:
- Wanneer Ro bij ons eet, kan ik een uur tot anderhalf sporten.
- Als de jongste drie slapen, past mijn oudste dochter op. Ik kan dan na 21.00 uur nog anderhalf uur naar de sportschool.
- Mijn werkdag sluit ik vaak af met een uurtje sporten.
- In het weekend ga ik vaak overdag.
Anders eten?
Ik koos bewust om te starten met sporten en niet voor de zoveelste keer meteen ook aan een dieet te beginnen. Stap voor stap. Het werkt op deze manier. Ik eet niet direct anders, al merk ik wel dat ik vaker behoefte heb aan gezonde voeding en minder aan snacks tussendoor. Voeding in plaats van vulling, dus. Toch wil ik niet te rigide zijn, omdat ik weet dat zoiets niet voor mij werkt. Liever intuïtief eten, wat ik al langer doe. Daarbij volg ik mijn lijf en niet een voorgeschreven regel – die uiteindelijk op een zeker moment uitnodigt om te verbreken. Wel eet ik meer (dierlijke) eiwitten. Die helpen mijn lijf sneller te herstellen bij spierpijn en zorgen voor een voller gevoel, waardoor je ook minder gaat snaaien.
Mijn motivatie
Zonder goede drive lukt het niet om vol te houden. Waar ik in het verleden nog weleens externe motivatie zocht (een slanker lijf om te voldoen aan het schoonheidsideaal), had ik nu eigenlijk maar één belangrijk doel: fitter worden. Ik voelde me zo vaak uitgeblust, hing regelmatig moe op de bank en vroeg me af of dit dan mijn voorland zou zijn: veertig zijn met de conditie van een bejaarde. In een gemiddeld leven heb ik nog minstens veertig jaar te gaan, als het even kan dan wel graag energiek. Niet dat je je tijd uitzit.
Waarschijnlijk scheelt dat. Ik sport voor mezelf, niet omdat een ander er iets van moet vinden. Natuurlijk zijn er fijne bijkomstigheden, waarover zo meteen meer, maar dat het mij de winst oplevert waar ik op hoopte, is heel prettig.
Welke sport?
Nu ga ik naar de sportschool, maar misschien roept dat bij jou bijna een allergische reactie op. Niet iedereen vindt dit leuk natuurlijk. Probeer daarom vooral te kijken naar wat jij leuk vindt en wat je, eventueel, kunt combineren met de kinderen. Toen Sean kleiner was, ging ik bijvoorbeeld veel wandelen. Had hij iets te zien, terwijl ik aan mijn conditie werkte. Daar merkte ik al verschil door. Fietsen is net zoiets; dat kun je vaak makkelijker combineren met een jong kind. Zijn ze ouder, dan kan je ook denken aan yoga, zumba (eventueel voor de televisie thuis), dansen of een andere sport die je leuk vindt. Het gaat er uiteindelijk niet om wat je precies doet natuurlijk, maar dat je iets doet.
Wat het sporten me brengt
Een betere conditie
Ik doe altijd cardio in de sportschool, ongeacht of ik die dag al een stuk heb gewandeld of gefietst. Om het minder saai te maken, wissel ik af. Soms ga ik hardlopen, een andere keer roeien of crosstrainen, ik fiets en wandel ‘heuvelopwaarts’. Vaak kies ik dan twee soorten cardio, omdat dit mijn belangrijkste doel is. Mijn conditie is in twee maanden tijd al echt duidelijk verbeterd. Laatst rende ik bijvoorbeeld 8 minuten aan één stuk op de loopband, terwijl ik vroeger de straat nog niet uit kwam. Ik fiets zonder moeite met wind tegen, waar ik voorheen de fiets eigenlijk altijd liet staan en liever de auto pakte. Stap voor stap ga ik vooruit, letterlijk en figuurlijk.
Meer energie
Ik geef het niet snel toe, maar mijn huidige leven vraagt best veel van me. De jongste drie kinderen hebben nog relatief veel zorg nodig, zeker mijn energieke peuter. In het weekend maak ik nachten tot 02.00-03.00 uur op mijn werk, ik slaap vaak pas een uur (of twee) later en dan is er nog de slapeloosheid die soms terugkomt. Door de vermoeidheid die daarbij kwam kijken, zaten we op bepaalde dagen vooral de dag uit te zitten met Netflix aan. Niet goed voor de kinderen, ook niet voor mezelf.
Dat moest anders. Sporten helpt me daarbij. Nu gaan we vrijwel elke dag naar buiten. Soms wandelen we 6-10 kilometer, ik fiets flinke stukken of we lopen naar de speeltuin verderop. Wat we ook doen, het is echt een stuk fijner om te merken dat je lijf energie krijgt van zulke uitstapjes en dat het je niet meer zoveel kost.
Een strakker lijf
Niet mijn hoofddoel, wel een hele fijne bijkomstigheid. Waar ik oprecht heel bang was dat mijn lichaam na de veertig niet of nauwelijks gewicht zou kunnen verliezen, lukt dat gelukkig nog wel. Laatst verwonderde ik me over mijn scheenbeen, die als een long lost friend ineens weer voelbaar was. Mijn buik wordt platter. Mijn armen slanker. Ik pas ineens weer broeken die al een tijdje niet verder kwamen dan halverwege mijn dijen. Hoe zwaar ik ben, weet ik niet, want ik weeg me nooit. Maar dit voelt zo fijn, zelfverzekerder ook.
Leeg hoofd
Een fijne bijkomstigheid van het sporten, is dat het je hoofd leegmaakt als je bezig bent. Zorgen, stress en soms ook gewoon het volle hoofd door het ouderschap – alles verdwijnt naar de achtergrond als je minutenlang rent of je armen verzuren door het roeien. Het enige doel dat je dan nog hebt, is doorzetten.
Het besef dat niet alles in één keer hoeft
Nog los van het feit dat je niet in een uurtje sporten je conditie meteen naar hoge hoogtepunten brengt, leert sporten je ook dat tussenstapjes en -doelen heel goed werken. In het begin wilde ik bijvoorbeeld eerst vier keer in de week sporten. Daarna werd mijn doel om dat een maand vol te houden. Vervolgens ging ik voor de twee maanden. Maar ook tijdens het rennen: ik wil één minuut rennen, daarna kijk ik of ik de tweede vol kan maken – en zo kwam ik die ene keer dus aan de acht minuten. Het leert je dat alle moeizame dingen in het leven ook stapsgewijs overwonnen kunnen worden.
Inspanning is ontspanning
Vroeger vond ik het toch een beetje onzin als iemand dit zei. Voor je lol sporten? Nee, dat is niet iets wat me als kind natuurlijk kwam aanwaaien. Ik zat liever met een goed boek tegen de verwarming geplakt. Toch snap ik die uitspraak nu wel. Als ik op zondagmiddag, net na mijn ontbijt om 13.00 uur, wakker ben, ga ik tegenwoordig vaak even sporten. Soms blijf ik zelfs twee uur hangen, omdat ik er lekker in zit. Hoewel ik vaak ook moe ben van het weekend en mijn werk, vind ik het heerlijk om juist dan te gaan sporten. Ik kom tot rust, merk dat ik me na afloop zoveel beter voel. De eventuele stress vloeit weg, mijn hoofd is leger dan voor ik begon en ik heb veel minder tijd voor mijn telefoon. Buiten de muziek om (en soms een serie, als ik fiets) gebruik ik hem niet echt.
Sporten is altijd winst
Nee, niet als je op de noodknop drukt tijdens het hardlopen en van de loopband schiet nee. Maar verder altijd. In de tijd dat ik nu sport, zou ik anders op de bank hangen en tv kijken of op mijn telefoon scrollen. Nu ren, roei, fiets of crosstrain ik. Of ik train mijn spieren bij de verschillende apparaten. Sporten is daarom altijd winst ten opzichte van wat je normaal zou doen. En dat voelt heel lekker wanneer je klaar bent.
Met het risico te klinken als een fanatieke ex-roker, wil ik nog maar eens onderstrepen hoe lekker het is om te sporten. Zeker binnen het ouderschap levert het je de essentiële energie op die je goed kunt gebruiken tijdens het zorgen voor je kinderen. Of je nu naar de sportschool gaat, danst of dagelijks een wandeling maakt, is om het even. Ik ben benieuwd hoe jullie dit aanpakken. Sport je? Hoe past dit bij jou in je dagelijkse ritme? Ik lees het graag in de comments.
Liefs, Merel
Schrijf je nu in voor de wekelijkse update en mis nooit meer een artikel! Je vindt het formulier rechts (desktop) of onderaan deze pagina (mobiel). En volg je me al op Instagram?
Reageer je onder dit artikel? Weet dan dat we je mailadres nooit zullen gebruiken, ook niet om ongevraagde nieuwsbrieven of andersoortige mails te versturen. Dat doen we alleen als je je aanmeldt voor de wekelijkse update – met jouw toestemming dus.
Uitgelichte afbeelding ©SvetlanaFedoseyeva – Shutterstock