opvoeden idealen vs werkelijkheid

Opvoeden vs de praktijk: dit kwam er terecht van mijn idealen

Voor ik kinderen kreeg, wist ik het allemaal perfect. Ouders pakten het gewoon verkeerd aan. Consequent zijn, geen televisie laten kijken en duidelijker optreden wanneer kinderen gevloerd lagen in de supermarkt. Wist ik veel. Inmiddels zijn we vier kinderen verder en is het tijd om de balans op te maken. Wat is er eigenlijk van die idealen terechtgekomen?

Opvoedidealen in de praktijk

Mijn kinderen kijken nooit televisie

Ik wist het zeker. Hoewel zelf fervent televisiefan vond ik het geen porum om kleine kinderen voor de tv te zien zitten. Sterker nog, ik vond het een tikje gemakzuchtig. Inmiddels schaam ik me zelfs een beetje voor mijn eigen gedachten van vroeger, want hoe hard ging mijn voornemen overboord toen de oudste haar babytijd ontgroeide. Waar zij als meisje van anderhalf barstte van de energie, voelde ik me door omstandigheden vaak ontzettend moe. De tv bood uitkomst.

Dit ging niet veel beter toen de rest geboren werd, als ik eerlijk ben. Alleen de jongste kijkt momenteel redelijk weinig. Soms een aflevering Sesamstraat of Peppa Big, verder spelen we vooral. Zijn zus van 8 zou echter het liefst fulltime televisie kijken. Als we niet uitkijken, compenseert die het matige beeldschermgebruik van haar broertje dus met gemak.

Wij kiezen alleen voor houten speelgoed

Bij de jongste zijn we eindelijk zover: houten speelgoed is inmiddels de norm en niet langer de uitzondering. Nu scheelt het dat het aanbod van mooi hout (en ander open ended speelgoed) tegenwoordig een stuk groter is en je dit ook weer bij de reguliere speelgoedwinkels kunt kopen.

Toch hebben we jarenlang allemaal plastic zooi in huis gehad. Met lichtjes en geluid; muziekjes die zich vaak op het irritante af herhalen of, nog erger, vanuit het niets afspelen. Misschien is dit ook de conclusie van zoveel jaar ouderschap. Hoe leuk kinderen muziek en licht ook vinden, de levensduur van dat soort speelgoed is korter. Soms is het kwetsbaarder, maar veel vaker wordt het na enkele keren spelen in de hoek gesmeten en nooit meer bekeken. Het houten speelgoed dat we hebben, nodigt uit tot het gebruiken van de fantasie en biedt eindeloze mogelijkheden.

Hoewel ik dit kennelijk al wist voor de kinderen er waren, heeft het dus toch nog zo’n vijftien jaar geduurd voor ik dit opnieuw besefte.

Ik word een echte huismoeder

Het leek me heerlijk. Een rood-wit geblokt schort, verse appeltaarten en eigengemaakt brood, jam met aardbeien uit eigen moestuin en altijd een open huis voor alle kinderen uit de buurt. Serene rust. Alle ruimte om lekker te knutselen.

Nu werd ik inderdaad thuisblijfmoeder, heb ik een moestuin en kan ik appeltaart bakken. Maar eerlijk? Daar is alles mee gezegd over mijn moeke-status. Ja, ik vind het heerlijk om op woensdagmiddag spontaan een berg pannenkoeken te bakken of op de vrijdag voor de vakantie zes kinderen te laten mee eten. Gaat het echter om vrij knutselen dan krijg ik acute wegtrekkers. Het idee aan snippers overal, de chaos na afloop en kinderen die wegstormen voor ik kan roepen dat ze nog moeten opruimen. Of bouwwerken die ab-so-luut niet weg mogen, waarna je wekenlang tegen een kartonnen robot van een meter hoog moet aankijken…

Bovendien mis ik de rust om echt een moeke te zijn zoals ik haar voor me zag. Ik heb zelf ook ambitie, wil intellectuele uitdaging en vind het soms ook heerlijk om geen kinderen over de vloer te hebben. Dus een open huis, 5 dagen per week? Nee, dat hebben we niet. Misschien als ik oma word.

Gewoon consequent zijn

Inmiddels kan ik hier alleen maar om lachen. Natuurlijk, consequent zijn en voorspelbaarheid zijn belangrijk voor kinderen. Maar soms vraagt de situatie om iets meer inlevingsvermogen en flexibiliteit. Datzelfde geldt voor zaken waarvan je ooit dacht dat ze belangrijk waren, zoals je kind elke nacht terugbrengen naar zijn eigen bed. Is een leuk voornemen, maar na twintig gebroken nachten niet meer haalbaar. Althans, hier niet.

Ze passen zich maar aan mij aan

Ja, echt. Ooit dacht ik dat ouders zich te makkelijk lieten leiden door wat hun kinderen wilden. En ieder staat vrij om hierin zijn eigen keuzes te maken, laat dat absoluut voorop staan, maar voor mij bleek dit niet te werken. Wanneer de kinderen nergens zin in hebben of ziekig zijn, nemen we ze niet mee naar een verjaardag. Of we gaan eerder weg. Vliegen met een baby op schoot? Dat is niet aan mij besteed; je kan niet uitleggen waarom zijn oortjes plots pijn doen en daarbij ben ik niet opgewassen tegen de geërgerde blikken als je kleintje van Nederland tot aan de andere kant van de oceaan zit te brullen. Ik zou namelijk ook zo kijken.

Zolang het geen must is dat ze doen wat ik wil, is er dus relatief veel ruimte om mee te veren met de situatie. Zo leren zij dat er ook ruimte is voor hun behoeften en zo heb ik vaak een relaxtere dag dan wanneer we toch koste wat het kost hadden gedaan wat ik wil.

Als ze niet luisteren, moet je gewoon wat harder zijn

Onze dochters waren op jonge leeftijd verbaal sterk. Dat betekent dat ik soms een discussie voerde met een peuter over het aantrekken van bepaalde kledingstukken, terwijl zij gegronde redenen opvoerde om dat niet te willen doen. Harder zijn? Dat had betekend dat ik ze als een tiran gedwongen had te doen wat ik wilde, ‘omdat ik het zeg’.

Persoonlijk ervaar ik dat ‘harder zijn’ in de praktijk eigenlijk helemaal niet zo goed werkt. Ik wil niet dat de kinderen bang voor me zijn en uit angst luisteren. Mijn doel is om ze bepaalde keuzes te laten maken, omdat ze zelf hebben geleerd dat dat verstandig is. Daarom vind ik positief ouderschap zo mooi: kinderen begrenzen met logische consequenties. Duidelijk uitleggen waarom iets niet mag. Dat heeft meer effect dan alleen maar harder reageren, omdat dat volgens mij alleen op de korte termijn werkt.

Overigens ben ik echt niet altijd kalm en beheerst, laat dat voorop staan. Maar in de basis denk ik hier wel zo over.

Als moeder ga ik lekker veel naar buiten

Ik doe mijn best hoor, echt. Maar ik ben een huismus van nature, vind de speeltuin na een kwartiertje eigenlijk ook wel weer genoeg en hou niet zo van wandelen als het hartje winter is. Stiekem maak je me een stuk blijer met een Disneyfilm die we van onder een dekentje kijken. Samen bakken, kleuren of kleien. In elk geval niet met uren wandelen met straffe tegenwind.

Ik bepaal wat ze dragen

Daar geloof ik niet meer in, zo weet ik na inmiddels bijna achttien jaar ouderschap. Sommige discussies zijn het absoluut waard om gevoerd te worden, met betrekking tot fatsoensnormen en omgaan met anderen. Maar een jas aantrekken in de winter omdat ik het koud vind? Een jurk aantrekken terwijl ze daar een hekel aan hebben? Of die, in mijn ogen, afzichtelijke combinatie uittrekken?

Echt, be my guest. Ik kan me er niet druk meer om maken – en heb daar met vier kinderen ook helemaal geen tijd meer voor. Uiteindelijk hoeven ze niet de catwalk op toch? Dit ging niet zonder slag of stoot allemaal, moet ik eerlijk bekennen, omdat ik het eigenlijk heel fijn vind als ze zich leuk kleden. Maar tegelijkertijd zie ik nu wel dat ze hun eigen kledingstijl ontwikkelen. En die blijkt toch verrassend goed te staan – nu de eclectische keuzes steeds minder worden.

Ze slapen niet bij mij in bed

Dat voornemen viel al in het water toen ik een keer in slaap viel tijdens de borstvoeding. Maar ook op latere leeftijd lag ik vaak niet alleen. Na een aantal gebroken nachten kan het voorschrift om je kind consequent terug te brengen je echt keihard gestolen worden. Mijn nieuwe levensmotto werd: ‘Als ze 16 zijn, slapen ze heus wel alleen.’ En dat klopt. Tot die tijd vind ik het best wel gezellig – mits ze niet overdwars naast me liggen of half over me heen. Maar ook dat wordt minder met de tijd.

Ik zit overal bovenop

Persoonlijk heb ik een behoudend, voorzichtig karakter. Het liefst houd ik de controle over zo’n beetje alles en zie ik werkelijk overal gevaar. Het leek me ook de beste manier van ouderschap: overal bovenop zitten. Inmiddels weet ik dat ik dit niet wil meegeven aan de kinderen, omdat het je zo ontzettend beperkt in je leven. Daar werk ik aan, met cacao bliss ceremonies en ijsbaden. En het werkt steeds beter.

Zo gebeurt het dat ik, binnen bepaalde kaders, de kinderen echt loslaat. Natuurlijk zijn er regels waaraan ze zich moeten houden en verantwoordelijkheden die ze moeten nemen, daarbinnen mogen ze echter zelf het leven ontdekken. Staat er op papier een stuk makkelijker dan het voelt natuurlijk, maar we leren allemaal.

Die andere ouders zouden eens…

Als zelfbenoemd kenner (die in de praktijk nog nergens van wist) had ik altijd wel een oordeel over andere ouders. Ze hadden meer van dit moeten doen en veel minder van dat. Inmiddels geloof ik er heilig in dat de meeste ouders hun kinderen zelf goed kennen en weten wat voor hem of haar werkt.

Zo gaat het hier immers ook. Met de jaren leer ik steeds makkelijker loslaten wat anderen zouden kunnen denken van onze manier van opvoeden. Uiteindelijk doen we allemaal ons best toch? Een oprechte tip is altijd welkom, commentaar zegt vooral iets over de ander. Zolang we als ouders met liefde ons allerbeste best doen, is dat toch het enige dat telt?

Waarin verschilt jouw opvoeding van de plannen die je vooraf had?

Liefs, Merel

Schrijf je nu in voor de wekelijkse update en mis nooit meer een artikel! Je vindt het formulier rechts (desktop) of onderaan deze pagina (mobiel). En volg je me al op Instagram?

Reageer je onder dit artikel? Weet dan dat we je mailadres nooit zullen gebruiken, ook niet om ongevraagde nieuwsbrieven of andersoortige mails te versturen. Dat doen we alleen als je je aanmeldt voor de wekelijkse update – met jouw toestemming dus.

Uitgelichte afbeelding ©Yuganov Konstantin – Shutterstock

1 gedachte over “Opvoeden vs de praktijk: dit kwam er terecht van mijn idealen”

  1. Pingback: Bestaat de parental burn-out echt? -

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *