Van onschuldige baby naar obstinate peuter die werkelijk om een schoenveter nog dwars kan liggen… Ik ben twee en zeg nee! De peuterpuberteit kan je overvallen als de ijsschots de Titanic honderd jaar terug: het lijkt onbenullig, maar blijkt een gigantisch probleem 😉 Maar hoe ga je eigenlijk om met die nieuwe fase? Strikt zijn of juist iets meebewegen met je peuter? Hieronder lees je alles dat je moet weten om klaar te zijn voor de ‘strijd’!
Peuterpuberteit: je kind verandert
Een illusie rijker
Verliefd staar je naar zijn prachtige lange wimpers, de ogen waarin je elke keer opnieuw verdrinkt en naar dat engelachtige gezichtje. Je zucht. Rot voor al die andere moeders dat hun baby in de dreumes- of peutertijd verandert in een draak, maar dat zal hier niet gebeuren. Ik bedoel, kijk nou! Hoe kan je ooit boos worden op dat lieve snoetje? Hij doet niemand kwaad, ligt alleen maar schattig te pruttelen…
In de babytijd lijkt het onmogelijk dat je ooit je stem zal verheffen tegen dat prachtige kindje voor je. Dan kunnen al die andere moeders nog hard ‘wacht maar’ zeggen, als je dat hardop uitspreekt, je gelooft het gewoon niet. Maar langzaam verandert je onschuldige schatje in een dreumes met eigen wil en uiteindelijk in een peuterpuber. De strijd is begonnen. Of niet? Lees snel verder om te ontdekken hoe je de peuterpuberteit in redelijk goede banen leidt!
Wat is de peuterpuberteit eigenlijk?
Waarom veranderen kinderen eigenlijk van meegaande schatjes naar obstinate peuters die gewoon willen dat het leven loopt zoals zij eisen?
Wat houdt de peuterpuberteit precies in?
Als baby en dreumes voelt je kindje zich heel verwant met jullie als ouders: voor zijn gevoel zijn jullie één. Maar richting (of na) de tweede verjaardag komt daar verandering in. Plots beseft hij dat zijn persoon losstaat van het gezin en dat hij een eigen individu is. Ze merken dat ze niet overal in hoeven mee te bewegen en ook ergens tegenin kunnen gaan. Dat als zij geen rode schoenen aan willen vandaag, ze zich daar dus met man en macht tegen zullen verzetten.
In tegenstelling tot bij oudere kinderen kunnen ze hun heftige emoties niet goed controleren. Ze raken bijvoorbeeld over hun toeren bij het zien van macaroni als ze eigenlijk patat wilden eten. En tot slot is er de frustratie. Ze willen steeds meer, maar het komt er nog niet altijd uit. Daarmee moeten ze net zo goed leren omgaan. De peuterpuberteit kan, kortom, een heftige fase zijn (voor zowel je kind als voor jou).
Zijn alle peuters hetzelfde?
Misschien een open deur, maar niet onbelangrijk om te beseffen: zoals geen mens hetzelfde is, zo geldt dat natuurlijk ook voor peuters. Ten eerste hebben sommige kinderen een veel meegaander karakter dan anderen, maar ook is het tijdstip waarop de recalcitrantie begint niet gelijk. Waar jouw kinderen misschien wachtten tot hun derde, merkt een ander al veranderingen rond anderhalf jaar.
Let op: hoe je kind zich in deze fase gedraagt, heeft doorgaans weinig te maken met jouw capaciteiten als opvoeder – hoewel buitenstaanders er maar wat graag een mening over hebben. Temperamentvolle kinderen (en kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong) zijn vanuit zichzelf heel intens en vragen om een compleet andere aanpak dan dat ene kindje dat eigenlijk alles wel best vindt. Probeer dus niet te oordelen als een ander om hulp vraagt, maar help. Of hou je mond.
Waarom zeggen peuters zo vaak nee?
In het begin is het vooral een kwestie van imitatie. Op den duur merkt je peuter dat er een betekenis zit aan het woord ‘nee’. Door dit te gebruiken kan hij zijn eigen wil kenbaar maken. Bovendien zit je peuter nu in een fase van zijn leven waarin hij graag veel zelf wil doen. Woorden helpen hem om dat aan te geven. Ook zoekt hij jullie grenzen op.
Overigens valt te betwijfelen of je kind daadwerkelijk zo vaak nee zegt in de puberteit als jij denkt; critici menen dat het vooral een kwestie is van het voorbeeld dat de ouders hem meegeven.
Zijn eigenwijze peuterpubers relaxtere pubers?
Ze zeggen het. Of het waar is? Tja, dat zal de tijd moeten uitwijzen…
Aan welke ‘symptomen’ herken je de peuterpuberteit?
- Driftbuien (wat dacht je van melodramatisch neervallen in de supermarkt?)
- Stampvoeten
- Schreeuwen
- Armen over elkaar en zich afwenden
- Nee zeggen (uiteraard)
- Fysiek worden (slaan, bijten, schoppen)
- Spartelen
- Huilen (soms op het hysterische af)
Hoe ga je om met de peuterpuberteit?
Dat de peuterpuberteit en het ‘afzetten’ van je peuter bij zijn ontwikkeling hoort, mag duidelijk zijn. Maar hoe ga je ermee om als ouders en hoe zorg je ervoor dat je niet te veel strijd hoeft te leveren met je twee- of driejarige?
Laat voorop staan dat geen kind hetzelfde is. Jullie, als ouders, kennen je peuter het best en kunnen beter inschatten waar hij behoefte aan heeft. Onderstaande tips zijn algemeen. Uit de praktijk zal moeten blijken wat voor jullie werkt en wat bij jullie past.
Leer de frustratie herkennen
Een deel van de driftbuien in de peuterpuberteit komen voort uit frustratie. Om maar wat oorzaken te noemen:
- Je peuter wil graag iets, maar het mag niet van jou
- Zelf doen is even geen optie (omdat je haast hebt)
- Ze proberen iets, maar het lukt nog niet goed
- Je lijkt maar niet te begrijpen wat hij je toch duidelijk probeert te maken
- Er is even geen tijd voor hem
Door te (h)erkennen waar zijn frustratie vandaan komt, kan je beter inspelen op wat je peuterpuber wil. Je kan ervoor kiezen begrip te tonen. Zolang ze het idee hebben dat je in elk geval snapt wat ze willen, raken peuters vaak al iets milder gestemd. Nog steeds kan er wat boosheid blijven zitten, maar dat valt hopelijk wel weer af te leiden met een leuk alternatief.
Beweeg een beetje mee met je peuter
Kijk of er geen mogelijkheden zijn om hem toch enige autonomie te geven:
- Bied een keus tussen twee T-shirts
- Voer geen strijd over het feit dat hij geen wantjes aan wil in de vrieskou, maar stop ze in je zak
- Vraag of hij zijn boterham in vier of acht stukken gesneden wil hebben (hoewel: geen garantie dat dit over een minuut nog steeds zo is)
Op die manier kan je de strijd kiezen die je aangaat. Natuurlijk laat je een peuter niet alleen over een drukke straat rennen, hoe graag hij ook wil. Maar broodbeleg kiezen kan prima.
Kleine problemen | Grote problemen |
Welk broodbeleg? | Alleen de weg oversteken |
Welke kleding? | Van de wip springen |
Wat ga je vandaag doen? | Babyzusje in bad |
Let op: bij kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong en/of temperamentvol karakter kan je beter niet in details verzanden. Ze zullen daarin wellicht nieuwe argumenten vinden om de strijd weer met je aan te gaan. Het mag niet, punt.
Besef waar jouw grenzen liggen en stel daarvoor regels op
Stel dat je het helemaal niet fijn vindt als ze in hun verkleedkleding lopen of je zelf als vegetariër echt griezelt van een pannenkoek met spek, maar je kindje wil het wel? Kijk dan voor jezelf hoe belangrijk het is om in die gevallen vast te houden aan je principes. Uiteindelijk blijft je kind een mix van beide ouders en zal hij of zij uitgroeien tot een eigen individu.
Dat je niet wil dat hij insecten doodt, is bijvoorbeeld al van een ander kaliber dan dat hij eierkoek met smeerworst eet. Het geeft zelfvertrouwen als hij ook eens iets anders mag kiezen dan jullie eigenlijk willen zien. Daarvan leert hij zijn eigen mening, stijl en smaak ontwikkelen.
Straf (of een time-out) geven bij ongewenst gedrag
Je kan niet altijd meebewegen. Als je kind op zijn derde alleen naar school wil lopen, omdat hij denkt daaraan toe te zijn, is dat niet direct een situatie waarbij je hoeft toe te geven aan zijn mening. En een kind dat keihard schreeuwt om pindakaas terwijl jij zijn boterham net hebt gesmeerd met jam, vraagt er ook niet om dat je meebeweegt en het zelf maar gaat zitten opeten. Voor kinderen is het belangrijk om grenzen te ervaren.
In bepaalde gevallen kan het helpen om straf (of een time-out) uit te delen. Hiermee geef je een extra signaal dat bepaald gedrag niet alleen vervelend is, maar ook gewoon niet mag. Denk aan:
- Je kind spuugt in je gezicht, slaat of schopt je
- Er komt een onverwachts scheldkanonnade uit je voorheen zo onschuldige schatje
- Het schreeuwen houdt niet op
- (Bij meerdere kinderen in de peuterleeftijd) Ze vechten elkaar de tent uit of doen gemeen
Bovendien geeft het je peuterpuber soms de ruimte om weer tot rust te komen. Hij schrikt en beseft dat ze te ver gingen.
De gevolgen van een volledig vrije opvoeding
Dat bleek ook al uit de opvoeding van Jean-Jacques Rousseau (een Verlichte filosoof uit de achttiende eeuw). Hij schreef over Emile, een jongen die volledig werd vrijgelaten. Dat was volgens hem de ultieme opvoeding: de mens was goed van nature en zou de juiste keuzes maken. Verschillende mensen probeerden dit in de praktijk uit, maar dat liep natuurlijk uit op een fiasco. Het maakt eens te meer duidelijk hoe belangrijk het dus is om duidelijke grenzen te hanteren. Uiteindelijk is het de bedoeling dat je als opvoeder leert omgaan met bepaalde emoties, niet om overal aan toe te geven.
Hoe vind je een balans in je opvoeding?
Opvoeden is een vak dat je eigenlijk alleen maar leert in de praktijk: wat past bij jou én bij je kinderen? Het blijft altijd zoeken naar de juiste balans: niet te veel straffen, maar ook niet te meegaand zijn. Je kan daarbij informatie zoeken over verschillende methodes. Positief opvoeden is daar één van: aangeven bij je kinderen wat je van ze verwacht in plaats van wat ze niet mogen.
Daarbij is het een kwestie van tijd. Als ouder krijg je steeds meer ervaring en leer je je kind beter kennen. Je ontdekt vanzelf wat bij jullie thuis werkt en wat absoluut niet. Ook kan het helpen met andere ouders te praten. Wanneer je hoort dat hun peuterpuber net zo dwars is op het moment, kan dat een gevoel van opluchting bieden en je kan er weer even tegenaan.
Welke oplossingen kunnen helpen om de peuterpuberteit relaxter te maken?
Aandacht geven
Voor sommige kinderen is het vertonen van ongewenst gedrag ook een manier van aandacht vragen. Ga bij jezelf eens na of ze vaker druk doen als je meer bezig bent met het huishouden of je telefoon dan met hen. Ongemerkt kan je namelijk op een dag met honderd dingen bezig zijn en daarbij minder stilstaan bij je kindje. Knuffel ze eens spontaan of complimenteer ze met hun zelfstandigheid. Dat kan voor je peuter de wereld betekenen.
Bied afleiding
De oplossing voor heel veel problemen is volgens mij nog altijd afleiding. Op welke leeftijd dan ook. Willen ze bijvoorbeeld per se nu televisie kijken? Neem ze mee naar buiten. Blijven ze doorzeuren over dat koekje? Ga samen knutselen. Zijn ze woedend omdat je geen memory met ze wil spelen? Pak een boek en lees voor. Geen gegarandeerde werking, maar vaak helpt het als je ze even helemaal uit de situatie neemt.
Hanteer duidelijke regels
Consequentie is één van de lastigste dingen, zeker als je begrip hebt voor bepaalde emoties. Maar kies voor jezelf waar jij echt de grens trekt (en doe dat dan ook). Denk aan:
- Je doet anderen geen pijn
- Samen spelen, samen delen
- Papa en mama beslissen waar we vandaag naartoe gaan
- Je mag niet alles meenemen uit de speelgoedwinkel
- Met je vingers in de pindakaaspot is een no go
Verder kan je ze soms zelf laten ontdekken – binnen bepaalde grenzen natuurlijk.
Leg uit en doe voor
De zaken en gedragsnormen die voor jou heel vanzelfsprekend zijn, hoeven dat voor je peuter absoluut niet te zijn. Dat je even wacht op je beurt bijvoorbeeld, niet krijst om een dropje of dat je andere kinderen niet ondersteboven kegelt, omdat jij als eerst op de glijbaan wil zitten: ‘Je doet dat meisje pijn als je haar duwt. Vraag eens netjes of je erlangs mag.’ Zo geef je aan welk gedrag ongewenst is, waarom en hoe je het anders kan aanpakken. Beoordeel je peuter niet met de kennis die jij hebt over hoe je met anderen omgaat, maar benader het als een moment om te laten zien hoe het hoort.
Neem afstand
Het opvoeden van een peuter die overal strijd over voert of om de haverklap in gillen uitbarst, is vermoeiend. Hoe herkenbaar het gedrag misschien ook is vanuit je eigen jeugd 😉 Neem daarom regelmatig even afstand als je merkt dat het je te veel wordt. Dat kan door een fysieke scheiding (in de vorm van een time-out), maar ook door de zorg even aan iemand anders over te laten. Er even een middag tussenuit met een vriendin kan wonderen doen.
En tot slot: neem voldoende rust. Probeer zoveel mogelijk de noodzakelijke uren te slapen en gezond te eten. Dan kan je meer aan dan wanneer je doodop bent.
Negeer ongewenst gedrag en beloon gewenst gedrag
Als je peuterpuber herhaaldelijk ‘mamaaaa’ roept, kan dat op een gegeven moment flink op je zenuwen gaan werken. De oplossing? Aangeven dat je luistert zodra ze op een rustige toon ‘mama’ zegt. Het is immers niet handig wanneer ze leren dat je met negatieve aandacht uiteindelijk altijd krijgt wat je wil: waarom zou je het dan de volgende keer anders aanpakken? Geef ze aandacht als ze op een normale manier naar je toe komen om iets te vertellen, dan leren ze wat wel de bedoeling is.
Veilige plek
Het kan voor je peuterpuber enorm schelen als ze een plek hebben waar ze hun emoties mogen ervaren. Deze aparte plek kan bijvoorbeeld een hoekje van de woonkamer zijn, waar ze even kunnen gaan zitten bij boosheid of verdriet. Uiteindelijk zijn boosheid en frustratie emoties die bij het leven horen. Je kind moet alleen leren er op de juiste manier mee om te gaan. En als dat even niet lukt? Dan is er niks mis mee om even op jezelf te gaan zitten mokken.
De peuterpuberteit is een enerverende fase. Hij kost je peuter veel energie en jou mogelijk ook. Met bovenstaande tips leer je er in elk geval makkelijker mee omgaan en leid je de boosheid waar mogelijk in iets relaxtere banen. Wanneer merkte jij dat je kindje in de peuterpuberteit terecht kwam? Viel deze periode mee? Of was het juist vrij heftig?
Wees de eerste om reactie te geven