Er zit me iets dwars. Als ik heel eerlijk ben, vind ik odes aan je postnatale lijf op het moment nogal weeïg. Natuurlijk kan je het helemaal bejubelen dat die flubberbuik met strepen ooit het ‘huisje van je kind’ was. Maar in de praktijk maakt zo’n opmerking niet dat je jezelf automatisch weer een sex bomb voelt – zoals Tom Jones het zo mooi bezingt. Allesbehalve, eerlijk gezegd.
Wanneer ik naar beneden kijk, zie ik het onlosmakelijke gevolg van negen maanden lang kampen met hormonen en een gebrek aan zelfdiscipline. Een buik die al snel heel (veel te) groot was en dus nu ‘gezellig dik’ blijft, omdat ik destijds meer at dan ik nodig had. Armen die mee zwaaien als ik een bekende zie. En bovenbenen die nooit meer helemaal strak te krijgen zijn – hoeveel ik ook sport. Ik vind er maar weinig aan, dat lijf van mij sinds de bevalling.
Is dit dan wat ze tegenwoordig op z’n Amerikaans bodyshaming noemen? Jezelf afkraken omdat je niet voldoet aan het ideaalplaatje dat je continu op social media en in tijdschriften tegenkomt? Misschien. Ik geef eerlijk toe dat het inderdaad niet bepaald helpt dat de gemiddelde celebrity al binnen vier weken strak als een plank op de loopband staat en die kraamverbanden, ter grootte van een vliegend tapijt, niet nodig lijkt te hebben. Ik ben inmiddels zelfs vier maanden verder en heb nog geen loopband gezien. Laat staan dat ik ook maar een seconde serieus heb nagedacht over sporten na de bevalling.
En ja, ik weet best dat het plaatje gemaakt is. Dat social media voor een deel ook maar net is wat de ander wil laten zien. Maar toch. De sporen die de verschillende zwangerschappen nalieten, doet me helemaal niet denken aan een knus huisje. Of aan tijgerstrepen die ik heb verdiend. Die postnatale kilo’s zijn helemaal niet ‘gezellig dik’ en ik wil geen moeke zijn met zwaaiende armen. Ik vind het stom en lelijk.
Buiten mama (al dan niet 180.000 keer per dag) ben ik namelijk ook nog gewoon Merel. Een vrouw van net 31, met een relatie, die gewoon lekker in haar vel wil zitten, in de spiegel zou willen kijken en kan denken: ‘Ja, kan er nog prima mee door.’ En heus, ik zou de kinderen echt niet willen ruilen voor dat streeploze, strakke lijf van vroeger. Maar een beetje conditie kweken? Een gezonde eetlust ontwikkelen (in plaats van continu te moeten vechten tegen die overheersende trek in vet en zoet) en iets minder gezwabber? Ja. Als ik heel eerlijk ben, zou ik dat graag willen.
En daarom schrijf ik deze column. Omdat ik me niet kan voorstellen dat elke vrouw ter wereld haar postnatale lijf met zoveel liefde kan omarmen. Omdat het oké is als je nu gewoon even helemaal niet blij bent met je moederlijf. Dat je geen zin hebt om te juichen en benoemen hoe fantastisch het is dat je lijf voor altijd bewijst dat je je kinderen mocht dragen. Die zelfliefde zal heus vanzelf wel weer komen. Maar tot die tijd mag dit gevoel er ook zijn.
Was jij meteen heel blij met je lijf na de bevalling? Of vond je het stiekem ook allemaal best confronterend en duurde het even voor je vrede had met hoe je je voelde?
Liefs, Merel
Schrijf je nu in voor de wekelijkse update en mis nooit meer een artikel! Je vindt het formulier rechts (desktop) of onderaan deze pagina (mobiel). En volg je me al op Instagram?
Reageer je onder dit artikel? Weet dan dat we je mailadres nooit zullen gebruiken, ook niet om ongevraagde nieuwsbrieven of andersoortige mails te versturen. Dat doen we alleen als je je aanmeldt voor de wekelijkse update – met jouw toestemming dus.
Dit artikel verscheen eerder op Lotus Writings
©Nina Buday – Shutterstock