Column | Ineens kan ik niet meer. Echt niet meer.

Ongeïnspireerd zwaai ik het hengeltje heen en weer voor Romeo’s neus. Hij taalt er nauwelijks naar en ik kan het de kat niet kwalijk nemen. Op mijn arm zit een jengelende baby, ik gaap uitgebreider dan een nijlpaard en mijn spannendste fantasie beperkt zich momenteel tot mijn bed: opgekruld onder een dubbeldik dekbed en diep in dromenland.

Helaas duurt het nog minimaal achtenhalf uur voor Sean de slaap écht vat. Het is dan vijf uur ’s ochtends. Na een helse nacht waarin hij ieder halfuur een keer huilerig wakker werd, sta ik jankend met hem in mijn armen heen en weer te wiegen. Eindelijk met succes. Langzaam zakt zijn hoofdje tegen mijn schouder. Steeds zwaarder tot hij zachtjes snurkt.

Terwijl ik hem op bed leg, kom ik tot de deprimerende conclusie dat zelf nog slapen om half 6 geen optie meer is. Ik voel me uitgeput, op tot het bot. Een andere optie dan doorgaan is er echter niet: mijn ouders en zusje hebben de griep te pakken en kunnen niet oppassen, Ro heeft een nogal druk project op zijn werk en kan niet zo snel meer vrij regelen. Ik voel me gevangen in mijn eigen leven.

Dit is het effect van maandenlang mijn grenzen negeren, te weinig aan de bel trekken en maar doorgaan met het dragen van ons gezin. Vechten tegen een situatie die op korte termijn niet zal veranderen. Het voelt hopeloos, uitzichtloos ook en eerlijk gezegd weet ik niet hoelang ik op deze hogesnelheidstrein kan doordenderen.

Ik tel de minuten op mijn digitale klok, als een soort zelfkastijding. Tergend traag, zoals tijd altijd verstrijkt wanneer je het liefst door de dag heen zou vliegen. Het is wachten tot de meiden wakker worden en we aan de ochtendspits moeten beginnen – met brandende ogen, een bak vol verdriet en benen als lood. Dit is de overtreffende trap van moe. Van moedeloos trouwens ook.

Uiteindelijk lukt het Ro om de laatste twee dagen vrij te krijgen. De daarop volgende nacht slaap ik maar liefst tien uur achter elkaar. Hoewel ik nog steeds wat vermoeid wakker word, voel ik me al zoveel beter. En ondanks dat ik op meerdere fronten merk dat ik geen volledige afstand kan nemen van de factoren die me stress opleveren, weet ik ook dat ik op het punt stond om te knappen.

Het is tijd voor verandering. Meer rust, meer ruimte voor mezelf en toch iets vaker op de rem. Zeker in deze tropenjaren met onze baby terwijl we allebei op onze eigen manier rouwen om het verlies van zijn zus, de kitten, twee meisjes die soms niet en niet zonder elkaar kunnen en onze puber. Het is veel, soms – zoals afgelopen nacht – te veel. Hoe? Ik heb eigenlijk geen idee, maar het komt goed. Dat moet gewoon.

Schrijf je in voor onze wekelijkse update en mis nooit meer een artikel! Je vindt het formulier rechts (desktop) of onderaan deze pagina (mobiel). En volg je Merel of De Mamagids al op Instagram?

Reageer je onder dit artikel? Weet dan dat we je mailadres nooit zullen gebruiken, ook niet om ongevraagde nieuwsbrieven of andersoortige mails te versturen. Dat doen we alleen als je je aanmeldt voor de wekelijkse update – met jouw toestemming dus.

©Tomsickova Tatyana – Shuttertock

Merel

Pedagoog in opleiding Merel (39) is moeder van vijf (Nova* 2020). Dol op zoetigheid en daardoor eeuwig aan de lijn, verdwaalt nog in haar eigen achtertuin en doet op haar eigen manier pogingen de wereld iets mooier te maken. In 2013 studeerde deze historica af op het onderwerp "Pedagogische boeken in de 17e en 18e eeuw". Dat vond ze zo leuk dat ze daarna zelf is gaan bloggen over de opvoeding. Haar leven? Chaos met een gouden randje!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Terug naar boven