Column | De eerste verjaardag zonder hem

Mijn rug rustte tegen de zwartleren bank aan. Zittend in de kleermakerszit ondernam ik een armetierige poging te leren breien – iets dat mijn oma eeuwig geduldig aan me probeerde uit te leggen, maar waarmee ik nooit verder kwam dan een sjaal in Barbieformaat. Intussen zat mijn opa in zijn vertrouwde hoekje van de bank in opperste concentratie te kijken naar de krachtinspanningen van Jalabert en Indurain. Hij hield van sport op televisie, zoals hij er ook van hield uren te gaan fietsen. Of later, toen de fiets geen optie meer was, rondjes te maken met zijn scootmobiel.

Mijn opa zou afgelopen maandag 93 geworden zijn.

Weet je wat het gekke is? Dat je zolang van iemands gezelschap en aanwezigheid mag genieten in je leven en het nog steeds voelt alsof dat allemaal niet lang genoeg was. Want ondanks dat ik de deur niet bij hem plat liep, mis ik de simpele vrijheid om even te kunnen langsgaan. Of een appje te sturen en te vragen hoe het gaat, om foto’s van de kinderen te laten zien of een potje te Wordfeuden.

Rouwen is totaal geen eenzijdig proces. Waar ik in het begin redelijk snel vrede leek te hebben met zijn overleden (‘mooie leeftijd’, ‘goed leven gehad’ en omdat het zijn eigen wens was), dringt de laatste tijd vaker door dat het allemaal blijvend is. Dat ik in een jaar tijd vijf jaar ouder ben geworden en drie belangrijke familieleden armer. En dat ‘even langsgaan’ nooit meer is.

Afgelopen maandag was de eerste verjaardag zonder. De eerste keer zonder samenkomen voor een aardbeienschelp van de bakker verderop en een koekje toe. De eerste keer zonder samen zijn en lachen om de boevenstreken van onze kinderen. De eerste keer zonder het ophalen van oude herinneringen, zonder foto’s maken en zonder dikke knuffel.

De eerste verjaardag zonder opa zelf.

En waar de meeste dagen gewoon voorbij gaan en ik elke dag wel eventjes aan hem denk, vaak met een glimlach, was maandag toch anders. Ik dacht aan vorig jaar en hoe hij nog hardop lachte toen ons neefje iets ondeugends deed. Hoe trots hij keek. Alles leek rauwer dan de rest van het afgelopen jaar.

Daarom was er eigenlijk maar één remedie, geheel in het kader van zijn eigen ‘treur maar niet om mij, ik heb het goed gehad’-houding: ik kocht een aardbeienschelp van de bakker.

Op opa.

Afbeelding, Chinnapong – Shutterstock

Merel

Pedagoog in opleiding Merel (39) is moeder van vijf (Nova* 2020). Dol op zoetigheid en daardoor eeuwig aan de lijn, verdwaalt nog in haar eigen achtertuin en doet op haar eigen manier pogingen de wereld iets mooier te maken. In 2013 studeerde deze historica af op het onderwerp "Pedagogische boeken in de 17e en 18e eeuw". Dat vond ze zo leuk dat ze daarna zelf is gaan bloggen over de opvoeding. Haar leven? Chaos met een gouden randje!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Terug naar boven