voorstander zesjescultuur

Column | Ik beken: ik ben voorstander van de zesjescultuur

Soms voel ik me een beetje een inbetweener op het gebied van ouderschap. Aan de ene kant sta ik ’s ochtends met een moederlijke glimlach mijn dochters uit te zwaaien: ‘Doe je best hè?’ Tegelijkertijd klaag ik hardgrondig met de oudste mee als die op school Animal Farm moet lezen en vermeld en passant dat ik het ook een kutboek vond. Totaal niet pedagogisch verantwoord, want waarom zou je als tiener je best doen als je moeder haar boekverslag baseerde op drie verschillende internetsamenvattingen? Maar als ik eerlijk ben, komt dat doordat ik – tegen alle maatschappelijke opvattingen in – stiekem voorstander ben van de zogeheten zesjescultuur: als je het maar haalt.

Met die uitspraak voel ik de heilige internetmoeders alweer in mijn nek hijgen. Je weet wel, die types die naar eigen zeggen nooit iets fout doen, brave kinderen hebben met grote dank aan hun fantastische opvoeding en daarom overal een mening over mogen hebben van zichzelf. Voor hen ben ik waarschijnlijk de personificatie van alles dat mis is met mijn generatie. Tja, dat klopt wat schoolprestaties wellicht ook wel. Ik vind namelijk dat je van je puberteit moet genieten en niet te veel tijd moet verspillen aan huiswerk maken voor vakken waar je toch nooit meer iets mee doet.

Kijk, foutloos Nederlands leren schrijven, is met dank aan T9 – of autocorrect, voor de jongeren van nu – dankzij onze mobieltjes vakkundig de das omgedaan. Dat vind ik wel zonde, want dat is net één van de weinige dingen die wel belangrijk kunnen zijn (als je iemand wil verrassen is het fijn wanneer dat met dubbel R gebeurt). Maar dat kinderen keihard moeten bikkelen in een periode die mentaal vaak al verwarrend genoeg is zonder dat je allerlei presentaties moet houden over onderwerpen waar je niks mee hebt, snap ik niet. Geef dan liever een levensvak waarin je iets nuttigs opsteekt: hoe je een belastingaangifte doet of hoe je omgaat met zieke dierbaren. Jezelf echter verplicht verdiepen in lössgronden in Limburg? Tenzij je geoloog wordt heb je toch niks aan die kennis?

Nu we het er toch over hebben, waarom doen we nog altijd coopertesten als samenwerken in teamverband veel belangrijker is ‘als je later groot bent’? Hoezo ligt de nadruk zo sterk op de prestatie zelf en veel minder op je inzet tijdens het proces? En waarom proppen docenten nog steeds alles in één allesomvattende toetsweek als dat alleen maar het leren op de korte termijn stimuleert? Dan vraag je toch ook om gedemotiveerde kinderen die daar alleen maar door leren te pieken op het hoogtepunt en verder op je lauweren te rusten? Intussen hangt de maatschappij nog steeds (te) veel waarde aan prestaties, want als het je niet of slechts matig lukt, zou er niks van je terecht komen – als je later groot bent dus.

Ik kan je uit eerste hand vertellen dat het allemaal wel meevalt. Als je inderdaad op de juiste momenten piekt en de rest van de tijd lol maakt met vrienden, zakken Aldichips leeg eet en in de zon ligt te kletsen in plaats van met je neus in de boeken zit, leer je ook een hele belangrijke les. Dat het leven niet geslaagder is met een 10 op je proefwerk. Dat het geen bal uitmaakt of je een 4 of een 8 haalt voor je aardrijkskunde eindexamen als je hier vervolgens nooit meer iets mee doet. En dat je nog altijd een master in geschiedenis kan halen, terwijl je het CE nipt met een magere 5,5 afsloot.

We kunnen allemaal ernstig ziek worden, een kind verliezen of in een andere crisissituatie terechtkomen. Helpt het dan als je een paar negens had op je eindlijst? Of als je een dik salaris verdient waarvan je vijf keer per jaar op vakantie kan naar de Malediven? Nee toch! Oké dat laatste kan wel lekker zijn, eerlijk is eerlijk. Maar een hechte familie, vrienden(groep) en/of andere lieve mensen om je heen zijn veel belangrijker. En die fijne groep mensen om je heen verzamel je nu eenmaal sneller in het echte leven dan in een studieboek.

Terugkomend op die zesjescultuur, ik vind het belangrijker dat de kinderen genieten en waardevolle vriendschappen opbouwen, ontdekken waar ze blij van worden én daar hun best voor doen. Voor de rest is alles vanaf 5,5 voldoende en prima. Liever vol passie elke dag schilderen voor een minimaal salaris dan jezelf ongelukkig over de kop werken in een managersfunctie – alleen maar vanwege dat exorbitant hoge inkomen. Geld kan weliswaar fijn zijn, maar echte vreugde haal je uit onbetaalbare momenten en mensen om je heen. Herinneringen maken in een periode dat je eerste ongesteldheid of kalverliefde de grootste zorgen zouden moeten zijn – en niet hoe groot de kans is dat je een rode knikker pakt uit een pot van duizend.

Ik hoop dat de meiden dat meenemen naar later. Dat als ze écht groot zijn en het leven een stuk meer verplichtingen kent, ze tijd nemen om te genieten. Dat ze beroepen kiezen waarin ze gelukkig worden en dat een leuk salaris bijzaak is. Dan heb je in elk geval een mooie levensles meegenomen op de middelbare school. En daar valt toch geen cijfer op te plakken?

Vind jij het belangrijk dat je kinderen hard werken op school en hoge cijfers halen? Of ben je blij als ze het gewoon halen – zonder dat het je uitmaakt of dat nu met een mager zesje is of met een tien?

Liefs, Merel

Schrijf je nu in voor de wekelijkse update en mis nooit meer een artikel! Je vindt het formulier rechts (desktop) of onderaan deze pagina (mobiel). En volg je me al op Instagram?

Reageer je onder dit artikel? Weet dan dat we je mailadres nooit zullen gebruiken, ook niet om ongevraagde nieuwsbrieven of andersoortige mails te versturen. Dat doen we alleen als je je aanmeldt voor de wekelijkse update – met jouw toestemming dus.

©Oneinchpunch, tieners – Shutterstock

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *