“Positief opvoeden? Dat is toch dat je nooit nee zegt?” schamperde ik ooit tegen een vriendin. Zoiets kon toch onmogelijk werken? Kinderen hebben duidelijkheid nodig, leiderschap, daadkracht – meende ik destijds. Dat strookte totaal niet met het beeld dat ik had van die ‘positieve’ moeders. Ik zag vooral voor me hoe ze, op zalvende toon, hun Storm smeekten of hij alsjeblieft wilde stoppen met tegen hun schenen te trappen. Geef dat jong gewoon een lel, dacht ik dan. Dat was voor ik me verdiepte in de achtergrond van positief opvoeden. Ik ontdekte al snel dat mijn beeld totaal niet klopte.
Als er namelijk iets is waar je een, goed uitgevoerde, positieve opvoeding aan herkent, dan is dat duidelijkheid, leiderschap, daadkracht. Niet aan zalvende stemmen en grenzeloosheid waar het agressief of ander opstandig gedrag betreft. Vanaf dat moment ging ik me verdiepen in de materie. In Alfie Kohn, die een stapje verder gaat en voorstander is van onvoorwaardelijk ouderschap. Maar ook How 2 Talk 2 Kids en andere boeken die hierover gaan. Gaandeweg wist ik dat dit veel beter bij me paste dan schreeuwen en commanderen – bij wijze van ‘leiden’.
De basis van een positieve opvoeding bestaat voor mij uit het stilstaan bij het gedrag dat je kind vertoont, hem begrijpen en daarop inspelen. Leiderschap tonen door het goede voorbeeld te geven (‘voorleven’), uit te leggen waar het misging en vervolgens samen tot een oplossing komen. Daadkracht in het toepassen van logische consequenties in plaats van algemene straffen. En vertellen wat je verwacht van een kind – soms letterlijk – in plaats van ervan uitgaan dat ze het op deze leeftijd toch wel een keer moeten begrijpen.
If children feel safe, they can take risks, make mistakes, ask questions, learn to trust, share their feelings and grow
Alfie Kohn
Een van mijn favoriete quotes, die precies voor mij behelst wat onvoorwaardelijk ouderschap en een positieve opvoeding inhouden. Kinderen hebben een oneindigheid aan liefde nodig. De ruimte om te blijven wie ze zijn. Om te experimenteren, maar ook te leren verantwoordelijkheid te nemen. Te ontdekken dat je iets soms verkeerd aanpakt én hoe het beter kan. Dat geldt voor de sociale omgang met anderen en voor hun leerproces (op school en in het leven). Dat kan alleen wanneer je als ouder erkent dat je kind niet hoeft te veranderen, maar ‘slechts’ hoeft te leren hoe het leven werkt.
Het klinkt zo simpel op papier, maar in de praktijk vind ik het een behoorlijke taak om te volbrengen. Bovendien geldt in mijn persoonlijke geval dat ik veel pedagogische informatie pas jaren na de geboorte van mijn eerste dochter ontdekte. In die zin ben je als ouder ook continu aan het leren en doe je het met de kennis die je hebt. Daar komt bij dat je als single moeder vaak beperkte energie hebt, terwijl zeker jonge kinderen veel van je vergen. De zoektocht naar balans blijft daarom een flinke uitdaging
De enige die hier in huis echt optimaal profijt heeft, is onze jongste. Bij hem zie ik wat het doet met een kind wanneer hij onvoorwaardelijke liefde krijgt. Als je ouders niet kijken naar de uiting van de frustratie (gillen, huilen, stampen), maar de oorzaak. Dat het enorm scheelt wanneer je woorden geeft aan het overweldigende gevoel dat je kind ervaart. En dat een logische consequentie zoveel beter werkt dan een algemene straf die kant noch wal raakt.
Tijdens een interview dat ik ooit voerde, in dit kader, met over wat positief opvoeden inhoudt, gaf een moeder een heel duidelijk voorbeeld. “Wanneer mijn zoontje met stiften op de muur kleurt, neem ik zijn stiften weg en leg aan hem uit dat we op papier tekenen. Tot hij zover is dat hij hier goed mee kan omgaan, blijven de stiften in de kast.” Soms is gedrag namelijk ook een kwestie van (ontwikkelings)leeftijd. Je kunt dan niet van een kind verwachten dat hij zich gedraagt zoals jij voor ogen hebt. Hij kan het simpelweg nog niet. In plaats van boos worden, is het geven van ruimte dan beter – in mijn ogen.
Wat mij ook enorm helpt, is de situatie vertalen naar mijn eigen leven. Als ik woedend ben, wil ik ook eerst uitrazen voor er weer een normaal gesprek mogelijk is. Bij verdriet helpt het als iemand me vasthoudt waar ik op mag leunen (in mijn geval een andere volwassene, mijn kinderen mogen leunen op mij). Ben ik zenuwachtig, dan helpt het om daar woorden aan te geven en iets te doen om mijn zenuwstelsel te kalmeren, zoals tekenen of wandelen. Dat geldt voor kinderen nog veel meer: hun gevoelens zijn vaak overweldigend en ze missen de ervaring om zichzelf te beheersen. Vanuit die kennis kun je als ouder vaak passender reageren en tegemoet komen aan de behoeften van je kind, in plaats van je eigen behoeften (aan rust en ‘normaal’ gedrag).
Daarom besteed ik deze week extra aandacht aan positief opvoeden. Aan wat het inhoudt, de vooroordelen omtrent deze liefdevolle manier van opvoeden, maar ook waarom je hier niet te ver in moet doorslaan (zoals je ziet bij curlingouders, pushmoeders en helikopterouderschap). Later in de week volgen tips over het adequaat omgaan met ruziënde kinderen. En ik review een bijzonder magazine dat je kind (8-14 jaar) aan meer zelfvertrouwen helpt.
Ik ben heel benieuwd hoe jullie hierover denken. Zie (of zag) jij bij de term ‘positief opvoeden’ ook vooral ouders voor zich die hun kinderen smeekten om normaal gedrag te vertonen? Of ben je zelf juist een voorstander van een liefdevolle opvoeding? Hopelijk kan deze week je in elk geval nieuwe inzichten bieden, of je die nu toepast of niet. Ik wens je veel leesplezier!
Liefs, Merel
Schrijf je nu in voor de wekelijkse update en mis nooit meer een artikel! Je vindt het formulier rechts (desktop) of onderaan deze pagina (mobiel). En volg je me al op Instagram?
Reageer je onder dit artikel? Weet dan dat we je mailadres nooit zullen gebruiken, ook niet om ongevraagde nieuwsbrieven of andersoortige mails te versturen. Dat doen we alleen als je je aanmeldt voor de wekelijkse update – met jouw toestemming dus.
Uitgelichte afbeelding ©fizkes – Shutterstock