Column | Moet ik de moestuin niet gewoon opgeven?

Mijn handen voelden de grond die mij zou gaan voeden. Dat wil zeggen, met enige dichterlijke vrijheid: ik droeg tuinhandschoenen voor het geval ik per ongeluk een worm, kever of ander engs zou tegenkomen. Maar toch, hier zou mijn moestuin 2.0 komen. Ik voelde het aan alles. Met liefde en alle zorgvuldigheid in de wereld trok ik voorzichtig stukken onkruid weg en kreeg zelfs het idee dat ik eindelijk de groene vingers van mijn oma en moeder herkende in die van mij.

Dit keer zou het lukken. Ro had al beloofd na het vorige debacle om zich niet meer met mijn moestuin te bemoeien en we hadden nog wat plantjes over van vorig jaar, van Albert Heijn. Verder kocht ik aardbeienplanten bij Intratuin en wat kruidenplantjes. Dat leek me wel voldoende om mee te starten. In gedachten zag ik me al in de keuken staan met een fikse winterpeen uit eigen achtertuin, klaar om in de soep te verdwijnen. Misschien konden we zelfs wel wat nieuwe recepten proberen met de wilde kool die gaandeweg onverwachts op kwam?

Terwijl ik zojuist naar buiten keek, trok mijn linkermondhoek in een grimas omhoog. Tussen de groenten staat allerlei onkruid – en ik moet tot mijn grote schaamte bekennen dat ik werkelijk geen idee meer heb wat het verschil is. Op een enkele enthousiaste poging in het lentezonnetje na, blijk ik eigenlijk bar weinig enthousiasme te halen uit tuinieren. Niet alleen omdat dat ellendige onkruid maar bleef opkomen, ook weet ik helemaal niet wat ik eigenlijk aan het doen ben.

Alles staat door elkaar. Ik vergat een paar keer te sproeien waardoor de planten afgelopen zomer snel verdorden (en niet meer te redden leken). Als gezegd kon ik de moestuinplanten meer onderscheiden van sommige soorten onkruid. En ergens tussen juni en nu heb ik de boel maar opgegeven. Ik haal weinig ontspanning uit tuinieren volgens mij, zeker als het zo’n gedoe is. Het enige dat ik me maar bleef voorhouden, was dat de bijen en vlinders vast wel iets hebben gehad aan mijn rampgebied op rechts.

Toch wil ik eigenlijk niet opgeven. Hoewel de enige oogst bestond uit een paar lullige aardbeitjes die geen naam mochten hebben, bood het toch een bepaalde vorm trots. Het kwam immers wel uit onze eigen tuin. Dit is leven zoals het een oermoeder betaamt (ook een ideaalbeeld dat ik nastreef, ondanks dat ik aan alle kanten bewijs dat ik er niet voor gemaakt ben). Misschien moet ik volgend jaar maar een nieuwe poging wagen. Met planten waarvan ik de groenten en vruchten wél lust, waardoor ik meer moeite doe. En wellicht ook wat minder dan een heel stuk tuin waardoor ik het overzicht verlies.

Waarschijnlijk gaan we dus volgend jaar gewoon met frisse moed (of als de welbekende ezel die enthousiast tegen diezelfde steen aan galoppeert) weer door. A fool’s hope dekt de lading volgens mij meer. Maar goed, drie maal is ook scheepsrecht – om er nog maar een spreekwoord tegenaan te gooien. Dus wie weet, we gaan het gewoon proberen.

Ben jij een doorzetter of geloof je dat het tijd is om op te geven?

Schrijf je in voor onze wekelijkse update en mis nooit meer een artikel! Je vindt het formulier rechts (desktop) of onderaan deze pagina (mobiel). En volg je Merel of De Mamagids al op Instagram?

Reageer je onder dit artikel? Weet dan dat we je mailadres nooit zullen gebruiken, ook niet om ongevraagde nieuwsbrieven of andersoortige mails te versturen. Dat doen we alleen als je je aanmeldt voor de wekelijkse update – met jouw toestemming dus.

Merel

Pedagoog in opleiding Merel (39) is moeder van vijf (Nova* 2020). Dol op zoetigheid en daardoor eeuwig aan de lijn, verdwaalt nog in haar eigen achtertuin en doet op haar eigen manier pogingen de wereld iets mooier te maken. In 2013 studeerde deze historica af op het onderwerp "Pedagogische boeken in de 17e en 18e eeuw". Dat vond ze zo leuk dat ze daarna zelf is gaan bloggen over de opvoeding. Haar leven? Chaos met een gouden randje!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Terug naar boven