“Later, als we groot zijn, worden we ook mama.”
Mijn beste vriendinnetje en ik waren er al vrij vroeg uit. We wilden kinderen, net als onze moeders en die van hen. Dat was zoals het leven hoorde te zijn. Zeventien jaar later was het dan zover voor mij: ik hield voor het eerst een klein meisje in mijn armen dat helemaal had mogen groeien in mijn eigen buik. En ik was doodsbang.
Het krijgen van kinderen vond ik bij nader inzien zo ingrijpend en overweldigend, dat ik niet begrijp dat onze maatschappij erover praat alsof je een pakje boter haalt. Zo normaal lijkt het te zijn dat we aan kinderen beginnen. Passeer je de dertig en heb je ‘nog steeds’ geen nageslacht gebaard, dan volgt ongetwijfeld ergens de vraag waarom. Alsof je eventuele fertiliteitsproblemen, het ontbreken van een man in je leven of überhaupt die hele kinderwens gaat staan bespreken met de achterbuurvrouw van je ouders.
Ik vind het een raar fenomeen. Vanuit biologisch standpunt snap ik dat het nuttig is als in elk geval een deel van de samenleving zorgt voor de volgende generatie. Maar vanuit menselijk standpunt begrijp ik niet dat we een collectieve mening zouden moeten hebben over anderen. Dat we hun leven pas als geslaagd of voldaan zien wanneer hier inderdaad bloedeigen kinderen in voor komen. Wie beslist dat? Waarom zou het noodzakelijk zijn? En waarom is er niet meer begrip voor de 1 op 6 stellen waarbij kinderen krijgen verdomd lastig is?
Inmiddels weet ik ook uit eigen hand en mijn omgeving dat het krijgen van een gezond, levend kindje helemaal niet zo vanzelfsprekend is. Hoe moeilijk het soms ook is om zwanger te blijven, ook als je op zich gemakkelijk in verwachting raakt. Dat het loslaten van je kinderwens een tergend rouwproces kan zijn, dat losstaat van of je al kinderen hebt. En ook hoe lastig het is wanneer iedereen iets van je situatie lijkt te moeten vinden, terwijl de kern toch zou moeten draaien om hoe jij iets beleeft en of jij eraan toe bent?
Om die reden wil ik graag een hele week wijden aan het hebben van een kinderwens – in alle vormen en maten. Zoals sociale kinderloosheid, waarbij de vrouw wel degelijk hoopt ooit kinderen te kunnen krijgen, maar helaas de juiste man niet tegenkomt. Aan het moment waarop je heel sterk voelt dat jouw kinderwens voldaan is en dat je zelfs nooit meer zwanger hoopt te raken. Maar ook aan vrouwen die bewust geen kinderen willen krijgen, omdat hun leven rijk genoeg is zonder. En ongewenste kinderloosheid. Aan vrouwen die om medische redenen niet beginnen aan nageslacht.
Want deze vrouwen krijgen in mijn ogen nog te weinig ruimte en begrip. Zij doen daarom deze week hun verhaal en vertellen waar ze vandaan komen. Ik hoop dat het (h)erkenning biedt voor wie dat nodig heeft. Maar stiekem ook, als is er maar één persoon, dat mensen twee keer nadenken over hun woorden. Dat de zogenaamd onschuldige vraag “Waarom heb jij eigenlijk geen kinderen?” de ander behoorlijk kan kwetsen. Als dat lukt, is deze week in elk geval geslaagd.
Wil je delen waar jij staat in dit verhaal? Of je misschien geen kinderwens hebt; juist wel, maar geen partner kan vinden; een diepgewortelde, terwijl het niet wil lukken zoals je voor ogen had?
Liefs, Merel
Schrijf je nu in voor de wekelijkse update en mis nooit meer een artikel! Je vindt het formulier rechts (desktop) of onderaan deze pagina (mobiel). En volg je me al op Instagram?
Reageer je onder dit artikel? Weet dan dat we je mailadres nooit zullen gebruiken, ook niet om ongevraagde nieuwsbrieven of andersoortige mails te versturen. Dat doen we alleen als je je aanmeldt voor de wekelijkse update – met jouw toestemming dus.
Uitgelichte afbeelding ©Prostock-studio – Shutterstock