Het is bijna kerst, 2017. Ritmisch verspreiden de bongo’s van groep 8 hun klanken in de donkere nacht en ik laat me meevoeren door melancholische gevoelens. Clichés als ‘wat gaat de tijd toch hard’ en ‘jeetje, ik weet nog dat ze naar groep 1 ging’ passeren mijn gedachten en ik zucht zacht. Nog even en ze gaat naar de middelbare – een nieuwe fase waar ik misschien iets minder aan toe ben dan zij. Nou ja, misschien. Ik weet het wel zeker. Tijd glipt door je vingers als zand. En hoewel dat verschrikkelijk Days of our lives-achtig klinkt, is het wel zo. Ik probeer mezelf op te monteren met het idee dat ik komend jaar in elk geval geen hapjes meer hoef te fabriceren voor het kerstdiner. Want man, wat heb ik daar een hekel aan…
De opluchting die ik daar, tussen de bongo’s, voelde, was helaas van bijzonder korte duur. Ik was even een piepklein beetje vergeten dat ik vanaf het moment dat mijn oudste de school verliet, haar jongere zusje in groep 1 startte. Haar andere zusje het jaar erop en inmiddels gaat Sean over een jaar ook naar de basisschool. Dat betekent hoogstwaarschijnlijk nog minstens 8-9 keer hapjes fabriceren voor de kinderen en daar baalde ik destijds van, maar stiekem nog steeds een beetje.
Ik ben gewoon geen moeder die haar levensgeluk haalt uit gestrest kokkerellen, omdat ik – ondanks alle goede voornemens en eerdere ervaringen – altijd te laat begin met bakken. Omdat ik niet kan plannen. Omdat ik enorm snel afgeleid raak en vervolgens vier dingen tegelijkertijd probeer te doen. Omdat die meiden nog aangekleed moeten worden en zich last minute een weergaloos kerstkapsel willen aanmeten, waar ik totaal niet handig in ben.
Dat maakt dat de dag van het kerstdiner op school vaak een aaneenschakeling is van ellende. Kinderen die opgefokt door het huis stuiteren, strak van de zenuwen en lekker snel geïrriteerd door het gedrag van de ander. Planningen die in de soep lopen. Essentiële onderdelen van de kerstoutfit die per ongeluk zoekraken. Een moeder die een hysterische scepter zwaait, omdat ze continu achter de feiten aanloopt en helemaal niet tegen een overdosis kerststress kan.
Allesbehalve een feliz navidad dus. Hoe goed ik mijn best ook doe. Met dat vooruitzicht, voel ik vaak al een week lang de preventieve donderwolken hangen. Dat maakt dat de weerzin tegen het kerstdiner groeit, ieder jaar opnieuw. Het voelt een beetje als het begin van insanity zoals Einstein ook al zei: je doet elk jaar hetzelfde, maar verwacht een ander resultaat. Ik kan het vooraf al uittekenen en het gaat inderdaad steeds zoals het ieder jaar gaat. Ik haat het.
Dat wil zeggen.. Tot ze de klas ingaan. Opgetut, trots op hun eigen creaties die ze tussen de andere hapjes zetten. In het zachte schijnsel van de kerstverlichting en de (elektrische waxinelichtjes) op tafel, samen met hun vriendjes en vriendinnetjes en een prachtig ingekleurde placemat. Iedereen heeft zijn best gedaan, het gonst van de opwinding en het plezier. Dan kijk ik soms heimelijk vanaf het schoolplein naar binnen en geniet met volle teugen. Alsof het kerstdiner het allerleukste feest is dat school had kunnen bedenken. Typisch. Onhandig. Maar gelukkig ook hoopvol voor de komende acht jaar: het komt altijd goed…
Wat maak jij? En vind jij het ook altijd een kleine bron van stress? Of zorg je gewoon dat je als eerste bij de lijst staat om de mini-pizza’s te kunnen afstrepen?
Liefs, Merel
Schrijf je nu in voor de wekelijkse update en mis nooit meer een artikel! Je vindt het formulier rechts (desktop) of onderaan deze pagina (mobiel). En volg je me al op Instagram?
Reageer je onder dit artikel? Weet dan dat we je mailadres nooit zullen gebruiken, ook niet om ongevraagde nieuwsbrieven of andersoortige mails te versturen. Dat doen we alleen als je je aanmeldt voor de wekelijkse update – met jouw toestemming dus.
Uitgelichte afbeelding ©Nicoleta Ionescu – Shutterstock