column fitgirlera

Column | Van chronisch slaaptekort naar #fitgirlera

Het zonnetje scheen die dag, ongeveer een jaar geleden nu. Toch overwoog ik de auto te pakken voor een ritje naar het dorp, krap een kilometer verderop. Mijn benen voelden als lood, mijn hoofd zat vol watten met dank aan een maandenlang verstoorde nachtrust en de energydrinks waren niet aan te slepen. Aangezien ik geen koffie lust, moest ik iets doen om aan cafeïne te komen. Dit moest toch anders kunnen? Het kon toch niet zo zijn dat ik als verse veertigplusser al een slechtere conditie had dan de meeste tachtigers? Met een flinke portie tegenzin besloot ik alsnog te gaan lopen, maar dat het anders moest, mocht duidelijk zijn.

Persoonlijk vind ik de impact van het ouderschap op je algehele gezondheid één van de meest onderschatte ontwikkelingen die er zijn. Slaaptekort, waardoor je je soms letterlijk door de dag heen sleept, om maar iets te noemen. Dat je, als gevolg van die korte nachten, sneller naar ongezonde snacks grijpt en makkelijker kookt. Hoe je er mentaal aan toe bent na maanden of jaren chronisch slecht slapen, is vervolgens de kers op een toch al laffe taart. En je weet het vantevoren niet. Ik heb vrienden wiens kinderen al binnen een paar maanden volle nachten maakten. Die van mij doen daar niet aan; die wachten tot ze een jaartje of zes zijn.

Het ironische is dat de enige oplossingen bestaan uit zaken die je even niet kan opbrengen nu: beter eten, beter slapen en meer bewegen. Langer in de keuken staan en recepten bedenken waar meer groenten in zitten dan een handvol snoeptomaatjes voor het idee? Ik kon het vaak niet opbrengen. Beter slapen terwijl je peuter de horlepiep op je rug danst of je kussen onder je vandaan trekt en gierend van de lach in de hoek van de kamer gooit? Tja… En bewegen? Ik wist niet waar ik de kracht vandaan zou moeten halen, in alle eerlijkheid.

En dan heb ik het nog niet eens gehad over de uitdaging die ’tijd’ vormt. Momenteel is onze peuter fulltime thuis doordeweeks en ben ik van 07.00 uur ’s ochtends tot minimaal 20.30 uur ’s avonds met hem bezig. Dan de meiden nog naar bed brengen. Tegen de tijd dat ik even een moment voor mezelf heb, is het 21.00 uur. Naar de sportschool? Ik had geen idee hoe ik dat in vredesnaam in mijn schema zou moeten proppen, hoe fantastisch het ook zou zijn voor mijn geestelijke en lichamelijke gezondheid. Tot vorige maand heb ik regelmatig klagend, huilend en weemoedig aan de telefoon gezeten met wie dat maar wilde horen. Het voelde als een soort onmogelijke spagaat.

Wat er dan veranderd is tussen die impasse en nu? Ik denk een soort bittere noodzaak om te gaan sporten bij de sportschool, omdat ik klaar was met continu thuiszitten. Het zijn gestolen momentjes: als mijn kinderen sporten, bijvoorbeeld. Op maandagavond, als hun vader bij ons eet. Zaterdag- en zondagmiddag, ondanks dat ik vaak moe ben van mijn werk. Uiteindelijk soms wel 5-6 keer per week, in de vorm van cardio en krachttraining. Daarnaast probeer ik vaker te gaan wandelen of fietsen met de jongste.

Gek genoeg voel ik me fitter, terwijl ik dieper slaap (áls ik slaap). Ondanks dat ik per saldo nog steeds een beroerde slaper in mijn buurt heb liggen doordeweeks. Ik merk het wanneer we een stuk gaan fietsen en ik niet amechtig hijgend de dijk op ploeter, terwijl ik fantaseer over omkeren en voor pampus op de bank neerploffen met een koekje of drie. Ik heb energie om te gaan spelen met de kinderen. Kan meer van ze hebben als ze me nodig hebben en ik merk langzaam maar zeker dat er lucht in mijn hoofd ontstaat om vooruit te denken.

Maar er gebeurt nog iets, wat ik niet had verwacht. Sinds ik sport, lijkt het of mijn lijf de ruimte krijgt om onverwerkte emoties te voelen. Verdriet dat al een paar jaar opgeslagen zit, komt eindelijk naar buiten. Ik huil makkelijker, vertel eerlijk dat ik het soms moeilijk heb – zonder alles weg te lachen en mijn schouders op te halen. Dat is niet per se leuk, maar lucht wel enorm op. Dus op de lange termijn voel ik me ook beter – even los van de aanmaak van endorfine, serotonine en dopamine.

Het effect merkte ik van de week. Ik had die dag ruim 16,5 kilometer gefietst met een peuter achterop. Die avond wandelde ik 25 minuten op de loopband, deed buikspieroefeningen en trainde mijn benen. Eenmaal thuis plofte ik in bed met een rozig gevoel van geluk. Een jaar geleden had ik dit alles simpelweg niet volgehouden. Het alleenstaande ouderschap vergt nu eenmaal veel (meer) van je, in fysiek en geestelijk opzicht. Je moet zo fit mogelijk zijn, zeker als de randvoorwaarden (zoals goed slapen) ontbreken. Terugkijkend op die ene dag in mei, ben ik blij dat de knop uiteindelijk omging. Stap voor stap, sneller hoef je niet te gaan. Ik ben gewoon nog te jong om me tachtig te voelen.

Hoe zorg jij voor voldoende energie binnen het ouderschap? Herken je dat het soms enorm pittig is? Of ben je van nature sportief en zoek je die beweging zelf al vaker op – ongeacht of je kinderen goed slapen?

Liefs, Merel

Schrijf je nu in voor de wekelijkse update en mis nooit meer een artikel! Je vindt het formulier rechts (desktop) of onderaan deze pagina (mobiel). En volg je me al op Instagram?

Reageer je onder dit artikel? Weet dan dat we je mailadres nooit zullen gebruiken, ook niet om ongevraagde nieuwsbrieven of andersoortige mails te versturen. Dat doen we alleen als je je aanmeldt voor de wekelijkse update – met jouw toestemming dus.

Uitgelichte afbeelding ©Vladimir Sukhachev – Shutterstock

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *