Column | Eigenlijk bodyshame ik mezelf al jaren

Naar anderen toe ben ik pleitbezorger van de boodschap dat iedereen zijn lichaam zou moeten omarmen. Putjes, blubbers, strepen… Wat maakt het allemaal uit? Want hoewel esthetisch gezien heus niet ieder lichaam mooi zal zijn, hoeft dat volgens mij ook helemaal niet. De kern – wie je bent en wat je doet – is namelijk veel bepalender voor je schoonheid. Die sporen van overgewicht, aanleg of operaties vertellen alleen een stukje van je levensverhaal.

Dat klinkt natuurlijk allemaal leuk en aardig in theorie, maar ergens onder de oppervlakte borrelt een berg overmatige kritiek als het om mezelf draait. En dat besefte ik eens te meer toen ik laatst in de brandende zon aan het zwembad zat. Terwijl Rose en May lekker in het water plonsden en tienermeisjes (ogenschijnlijk) zorgeloos paradeerden in bikini, zat ik in mijn spijkerbroek. Mijn enkels net een randje zichtbaar, maar meer niet.

Het is echt geen wonder dat mijn benen nog lichter zijn dan porselein: ze zien nooit zon. Zelfs in de eigen achtertuin voel ik me onprettig, want stel je voor dat ergens iemand van bovenaf de tuin inkijkt. Die onzekerheid heeft allemaal te maken met mijn zwangerschap van June. In luttele seconden at ik mezelf erbij. Althans, gevoelsmatig. In feite was het een derde van mijn gewicht voor de zwangerschap – maar eerlijk is eerlijk: dat is gewoon veel te veel.

Door die plotselinge, vooral gigantische, gewichtstoename scheurde mijn huid. Bij mijn buik, want bij de meeste zwangere vrouwen voorkomt. Maar ook bij mijn benen. Zeker door de hoeveelheid vocht die ik vasthield, gingen mijn knieholtes en dijbenen er blijvend op achteruit. En ik zal mezelf niet snel cosmetisch laten corrigeren, maar één blik naar wat ooit mijn lange benen waren en ik weet gewoon weer zeker dat ik die dag geen shorts aantrek of kort jurkje.

Ik plof op het gras naast het zwembad en kijk naar de vrouw verderop. Ze is minstens tien kilo zwaarder dan ik en haar stevige bovenbenen zijn getekend door cellulitis. Dat stoort haar in geen enkel opzicht zo te zien, want ze draagt een behoorlijk kort broekje dat weinig aan de verbeelding overlaat. ‘Waarom maak ik me dan zo druk?’ klaag/vraag ik aan de vriendin die naast me zit. ‘Geen idee,’ antwoordt ze, ‘sommige mensen interesseert het niks wat anderen van ze denken.’

Tja, dat is ook zo. Het is een prachtige vrouw, dus waarom jezelf pijnigen met een veel te hete lange spijkerbroek als het ook anders kan? Toch blijf ik het lastig vinden. Over straat in iets dat korter is in een maxidress maakt me onzeker en ik voel me niet fijn. Omdat het een blijvende herinnering is aan een lijf dat ik het liefst nooit zou hebben gehad, vermoed ik. En dat doet best een beetje pijn.

Hoe ervaar jij dit? Heb jij iets waar je onzeker over bent en waardoor je bepaalde kledingstukken liever niet aantrekt? Hoe ga je daarmee op? Tips en ervaringen zijn welkom!

Merel

Pedagoog in opleiding Merel (39) is moeder van vijf (Nova* 2020). Dol op zoetigheid en daardoor eeuwig aan de lijn, verdwaalt nog in haar eigen achtertuin en doet op haar eigen manier pogingen de wereld iets mooier te maken. In 2013 studeerde deze historica af op het onderwerp "Pedagogische boeken in de 17e en 18e eeuw". Dat vond ze zo leuk dat ze daarna zelf is gaan bloggen over de opvoeding. Haar leven? Chaos met een gouden randje!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Terug naar boven