Clichés over het ouderschap: voor je het weet…

Als je al een tijdje moeder bent, kan het je zomaar overkomen. Zo’n moment waarop je zit te kletsen met een pas bevallen vrouw en lachend zegt: ‘Nou, geniet er maar lekker van. Voor je het weet zijn ze groot!’ De clichés over het ouderschap rollen als vanzelf je mond uit en je kan er niets aan doen. Het hoort er een beetje bij. Uiteindelijk komen ze niet uit de lucht vallen: in allemaal zit een (grote) kern van waarheid. Zeker in de volgende 9 clichés over het ouderschap.

9 clichés over het ouderschap (die allemaal waar zijn)

Vreemde ogen dwingen

Hoeveel pedagogische boeken je leest en hoe enthousiast de adviezen ook in de praktijk brengt, je blijft hun moeder. Voor de meeste kinderen reden genoeg om lekker te doen alsof ze je helemaal niet horen. Gelukkig hebben we een village om ze op te voeden en dwingen die vreemde ogen vaak wel. Best prettig op momenten dat je er zelf even niet uitkomt.

Geniet ervan, voor je het weet zijn ze groot

Het gekke van dit cliché is dat je hem vaak gebruikt op momenten dat de ander hier werkelijk helemaal niets aan heeft. Net na de bevalling bijvoorbeeld, wanneer je er niets bij kan voorstellen dat dat kleine frummeltje over zoveel jaar een puber is die onderuitgezakt op de bank moppert over het avondeten. Vaak omdat je diep van binnen wenst dat je zelf meer had genoten van die eerste periode.

Kleine kinderen, kleine problemen…

Zo voelt het overigens helemaal niet. Een verkeerd gesneden druif kan van levensbelang zijn op jonge leeftijd en die val in het brandnetelbosje een kleine ramp. Toch verandert je perceptie met de jaren over wat nu echte zorgen zijn. Vergeleken met verleidingen in de tienerjaren, zoals drugs, loverboys, alcohol, sexting en foute vrienden, lijkt dat brandnetelbosje plots een peulenschil. Daar had je immers, gevoelsmatig, nog invloed op. De grote zorgen die bij grote kinderen horen daarentegen…

Neem lekker je rust!

Veel jonge moeders hebben de neiging om alles te willen: kraamvrouw zijn, maar ook gastvrouw spelen, het huishouden op orde hebben en zorgen voor de pasgeboren baby. Daardoor lopen we onszelf massaal voorbij in de eerste periode. Het is dé reden dat we andere kraamvrouwen graag op het hart drukken om rust te nemen.

Toch is dit cliché zo ontzettend de moeite waard om op te volgen. In het vierde trimester, zoals ze deze periode ook wel noemen, levert rust je de beste start op die je maar kunt hebben met een kleintje. Hulp vragen is geen overbodige luxe. Gun jezelf dat (en een andere vrouw, wanneer je haar hetzelfde toewenst na de bevalling).

Hoe het gaat? Druk. En moe.

Met jonge kinderen is dit toch wel het meest gegeven (cliché)antwoord. Hoe het met jou persoonlijk gaat? Eerlijk gezegd heb je geen energie om daarover na te denken.

Je krijgt er zoveel voor terug

Voelt het altijd zo? Nee, daarom wordt deze zin nog weleens gekscherend gebruikt.

  • Wanneer je peuterpuber krijsend op de grond stort
  • Als je dreumes ontdekt dat hij kan slaan of bijten
  • Na de woordenwisseling met je tiener, omdat zij wil blijven liggen terwijl jij van plan was op tijd naar die familieverjaardag te gaan

En toch is het zo. Je beseft pas wat onvoorwaardelijke liefde is als je een plakkerige kus op je voorhoofd krijgt en het je (bijna) niks uitmaakt dat je gezicht nu vol snot zit. Als je peuter je na een lange dag werken de dikste knuffel ooit geeft. Of als je oudste zoon met zijn slungelige puberlijf onverwachts komt kroelen. Je krijgt er meer voor terug dan je op sommige momenten beseft.

Het is een fase

Dooddoener en cliché ineen. Deze zin kan net dat beetje energie geven dat je nodig hebt om door te zetten. Het komt echt wel goed, ze blijven echt niet tot hun zestiende bij je in bed kruipen. Al wisselt deze fase zich ongetwijfeld af met de volgende.

Maak je borst maar nat voor de puberteit

Glimlachend kijkt die oudere dame in de supermarkt je kant op wanneer je zoontje zich van zijn minste kant laat zien. Ze knipoogt en grapt iets over de puberteit. Het enige dat bij jou achterblijft is een vaag gevoel van paniek. Dit is al rampzalig, wordt het nog erger?

Wen er maar aan…

Waarom weet ik niet exact, maar op de een of andere manier hebben andere ouders de neiging om dit, doordrenkt van cynisme, te roepen wanneer je vertelt over slaaptekort. Alsof ze er een soort genoegdoening uit halen, omdat zij ook ooit slecht sliepen? Het heeft ook iets onheilspellends, alsof dit nog maar het topje van de ijsberg is.

Het is in elk geval allesbehalve de woorden die je wil horen bij een slechte slaper. Je hoopt op een strohalm waaraan je je kan vastklampen, op bemoedigende woorden en een weemoedige blik, als iemand terugdenkt aan de momenten dat ze met hun baby rond schuifelden. Hoewel ‘wen er maar aan’ in zekere zin klopt, is dit ook een cliché dat andere ouders lekker voor zich mogen houden.

Welke clichés over het ouderschap heb jij weleens gezegd of gehoord? Of heb je toevoegingen? Laat ze achter in de reacties.

Schrijf je in voor onze wekelijkse update en mis nooit meer een artikel! Je vindt het formulier rechts (desktop) of onderaan deze pagina (mobiel). En volg je Merel of De Mamagids al op Instagram?

Reageer je onder dit artikel? Weet dan dat we je mailadres nooit zullen gebruiken, ook niet om ongevraagde nieuwsbrieven of andersoortige mails te versturen. Dat doen we alleen als je je aanmeldt voor de wekelijkse update – met jouw toestemming dus.

Uitgelichte afbeelding ©Evgeny Atamanenko – Shutterstock

Merel

Pedagoog in opleiding Merel (39) is moeder van vijf (Nova* 2020). Dol op zoetigheid en daardoor eeuwig aan de lijn, verdwaalt nog in haar eigen achtertuin en doet op haar eigen manier pogingen de wereld iets mooier te maken. In 2013 studeerde deze historica af op het onderwerp "Pedagogische boeken in de 17e en 18e eeuw". Dat vond ze zo leuk dat ze daarna zelf is gaan bloggen over de opvoeding. Haar leven? Chaos met een gouden randje!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Terug naar boven