Dit artikel verscheen eerder op Lotus Writings
Ik neem je even mee terug naar 2012. Vlak voor de zomervakantie was het groot feest op de school van mijn oudste dochter. De kinderen kregen briefjes mee naar huis waarop gevraagd werd om hulpouders. Je kon die dag bij het springkussen gaan staan of schminken. Dat laatste riep meteen een nostalgisch gevoel op: als kind vond ik het zelf heerlijk om anderen te schminken en, in alle bescheidenheid, ik was er volgens mij best goed in. Bovendien, laten we eerlijk zijn: hoe moeilijk kan het nu helemaal zijn?
Die ochtend liep ik wat zenuwachtig de school binnen. Vanuit de dependance kwamen we eigenlijk bijna nooit in het hoofdgebouw en ik kende er eigenlijk niemand. Hoe zouden de andere hulpmoeders zijn? Gelukkig zag een andere ouder me zoeken en wees me de weg. Al snel zag ik een professioneel rolkoffertje staan met glitters, metallic kleuren en een mooie kwastenset. Wat fijn dat school kennelijk investeerde in de juiste tools! Het zou mijn resultaat vast ten goede komen.
Nog voor ik er een tweede keer naar kon kijken, spoedde een moeder zich mijn kant op. Vinnig merkte ze op dat het HAAR spullen waren. Die van mij lagen verderop: een modderig ogende doos met basiskleuren, een vies kwastje en een spons waarvan ik me afvroeg wanneer die voor het laatst door de wasstraat was geweest. Eerlijk gezegd lag het wel wat meer in de lijn der verwachtingen. Monter besloot ik dat ik me hier vast ook mee zou redden, maar dan wel verderop. Niet in de buurt van dat bazige mens met haar rolkoffer.
Zo gezegd, zo gedaan. Niet veel later streek ik neer bij de ingang, op een rustige plek. En, zowaar, binnen korte tijd vormde zich een rij. Meisjes die dolgraag bloemetjes en hartjes wilde, of een vlinder op hun gezicht. Het mag gezegd, zonder enige ervaring zag het er eigenlijk best prima uit. Misschien niet zo mooi al die van de andere moeder, die professionele toefjes glitter uitblies over de prachtige bloemen, maar ze waren wel herkenbaar.
Het ging eigenlijk allemaal prima, tot dat ene jongetje voor me stond. Verkleed als piraat klom hij op de kruk voor mijn neus. Zijn blonde haar piekte eigenwijs alle kanten op, zijn blauwe ogen keken me vrolijk aan.
“Ik wil graag een boot.”
Ik slikte. Een boot? Hoe moest ik dat in vredesnaam voor elkaar krijgen? In het wilde weg tekende ik een flink zeilschip, echt van oor tot oor. Over zijn neus liep de mast. En even voor de beeldvorming: dit was dus donkerbruin van kaak tot kaak. Hoewel hij tevreden weer het feestgedruis in ging, schaamde ik me rot. Hij waarschijnlijk ook, als hij de foto’s later terugziet. Balend dat het eerst zo schattige jongetje door mij was getransformeerd tot wandelend piratenschip, staarde ik naar buiten. Het contrast met de prachtige vlinders en dat professionele tijgertje verderop kon niet groter zijn.
Omdat de rij weg was, besloot ik er heel laf tussenuit te piepen. Ik heb de spullen snel binnen gelegd en ben glimlachend bij het springkussen gaan staan, alsof dat mijn plek was. De controle daar ging me een stuk beter af. Al kromp ik elke keer even ineen van schaamte wanneer ‘de boot’ weer voorbij kwam…
Heb jij ook weleens zo’n blunder gehad?
Liefs, Merel
Schrijf je nu in voor de wekelijkse update en mis nooit meer een artikel! Je vindt het formulier rechts (desktop) of onderaan deze pagina (mobiel). En volg je me al op Instagram?
Reageer je onder dit artikel? Weet dan dat we je mailadres nooit zullen gebruiken, ook niet om ongevraagde nieuwsbrieven of andersoortige mails te versturen. Dat doen we alleen als je je aanmeldt voor de wekelijkse update – met jouw toestemming dus.
Uitgelichte afbeelding ©Maryna_Auramchuck – Shutterstock