Waarom daalt je baby niet in? Wat zijn de risico’s precies voor het verloop van je bevalling? En wanneer zou je hierdoor niet op natuurlijke wijze kunnen bevallen? In dit artikel lees je alles over wanneer je baby zou moeten indalen, waarom en wat de reden kan zijn als dit uitblijft. Ook vertelt redactrice Merel over haar eigen ervaring en de precieze oorzaak.
Let op! Dit artikel is na schrijven gecontroleerd door een deskundige. Het is bedoeld als achtergrondinformatie voor wanneer je baby nog niet is ingedaald en je hier meer over wil weten. Dat neemt echter niet weg dat je voor meer medische informatie en een oordeel over jouw persoonlijke situatie altijd contact moet opnemen met je eigen verloskundige of gynaecoloog. Deze zal je verder helpen en kunnen onderzoeken.
Waarom en wanneer daalt je baby normaal gesproken in?
Voor je bevalling zakt je baby in de ideale situatie met zijn hoofdje naar beneden in je bekken. Vanaf dat moment kan hij niet meer terug en ligt hij min of meer verankerd. De kans is klein dat hij nog van positie wisselt. Mochten je vliezen nu breken, dan kan de navelstreng niet meer naast het hoofdje van de baby zakken tijdens de bevalling en worden afgeklemd. Meestal gebeurt dit ergens in de laatste tien weken voor de geboorte. Maar het kan ook nog gebeuren tijdens de bevalling zelf.
Let op: de navelstreng kan nog wel om het nekje komen tijdens de bevalling
Is het verloop van het indalen tijdens elke zwangerschap hetzelfde?
Nee. Sowieso dalen kinderen tijdens een tweede of volgende zwangerschap minder vaak in voor de bevalling, maar er zijn ook andere oorzaken waardoor dit proces niet plaatsvindt of zelfs kan plaatsvinden. Hieronder staan vijf verschillende redenen waardoor je baby mogelijk niet indaalt voor de bevalling.
Wil je weten waar het bij jou precies aan scheelt, overleg dan met je verloskundige.
Waarom daalt je baby niet in?
Er is een blokkade onderweg waardoor je baby niet kan indalen
In sommige gevallen kan het zo zijn dat je kindje onderweg een blokkade tegenkomt. Dit kan een vleesboom zijn – waarvan je het bestaan mogelijk niet wist. Maar ook zaken als een volle blaas kunnen de uitgang blokkeren.
De bouw van je lichaam
- Enkele vrouwen hebben een smal bekken waardoor de baby fysiek gezien niet kan indalen.
- Wat vaker voorkomt is dat de baby wel in het bekken daalt, maar er niet uit past (waardoor de bevalling niet vordert).
- Ook kan het zijn dat de baby een groter hoofd heeft dan in het bekken past (daarbij hoeft het bekken dus niet per se te smal zijn, maar is het hoofdje te groot).
- Tot slot kan een erg holle rug of scherpe kanteling van het bekken de oorzaak kan zijn dat je baby niet goed kan indalen.
Deze vrouwen kunnen daardoor niet bevallen op natuurlijke wijze. Vaak merk je dit doordat de ontsluiting weinig vordert, ondanks dat je wel ontsluitingsweeën hebt.
Het is je tweede of volgende kindje
Doorgaans daalt je eerste kindje wel in (al hoeft dit niet zo te zijn: elke bevalling is anders). Bij een tweede of volgende kan het zo zijn dat je baby pas tijdens de bevalling zelf zal indalen. Zolang dit gebeurt voor je vliezen breken, loopt je kindje hierbij geen risico.
Je baby ligt niet gunstig voor de bevalling
‘Dwarsliggers’ dalen over het algemeen ook niet in. Dat is natuurlijk maar goed ook, want het is nu eenmaal beter als het hoofdje als eerst wordt geboren. Eventuele oplossingen als je kindje overdwars ligt of in stuit:
- Afwachten en hopen dat hij uit zichzelf goed gaat liggen
- Vanaf week 36 kun je kiezen voor een versie (het draaien van de baby). Risico is dat het niet lukt of dat je vliezen breken, maar relatief grote kans (bij het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven: 40% bij je eerste bevalling en ruim 80% bij je volgende kindje) dat je kindje toch in de juiste houding komt
- Moxa therapie (wierook van bijvoetskruid waarmee je kindje wordt gestimuleerd te gaan bewegen; dit is een wetenschappelijk onderbouwde methode)
Draait je kindje niet op tijd, dan is een keizersnede het enige alternatief
Voorliggende of laagliggende placenta
Een voorliggende placenta (ook wel: placenta praevia) wordt vaak al ontdekt tijdens de termijnecho of 20 weken echo. Deze blokkeert de uitgang voor je kindje. Het kan zijn dat je placenta uiteindelijk meegroeit met de baarmoeder en dus geen belemmering meer vormt tijdens de bevalling. Gebeurt dit niet, dan kan je baby niet indalen en is een natuurlijke bevalling niet meer mogelijk.
Het kan ook zo zijn dat je placenta niet over de baarmoedermond ligt, maar wel in de buurt. In dat geval zal een deskundige moeten beslissen.
Wat is het risico als je kindje niet tijdig indaalt?
Situatie 1: de vliezen zijn nog niet gebroken
Zolang je vliezen intact zijn, hoef je je in principe geen zorgen te maken. Deze beschermen je kindje tijdens de bevalling.
Situatie 2: de vliezen zijn gebroken, maar jullie kindje is nog niet ingedaald
Het wordt een ander verhaal wanneer je vliezen wel zijn gebroken: hierdoor komt de navelstreng los te zitten en kan dus bekneld raken tijdens de bevalling – met alle gevolgen van dien.
Als je vliezen zijn gebroken en je kindje is nog niet ingedaald, ga dan direct liggen en neem contact op met de verloskundige. Zo voorkom je zoveel mogelijk het risico dat de navelstreng begint te zakken. Je zal in dit geval liggend moeten worden vervoerd naar het ziekenhuis.
Hoe kan je de indaling bevorderen?
Onderstaande tips kunnen de indaling helpen bevorderen. Ze zijn echter geen garantie op succes.
- Wandel veel en laat de zwaartekracht zijn werk doen
- Doe bepaalde yoga oefeningen om het indalen te bevorderen
- Probeer zoveel mogelijk rechtop te zitten
- Voorkom gevoelens van paniek of stress
Ervaringsverhaal: onze baby daalde niet in; in het ziekenhuis bleek waarom
Merel: ‘Enkele weken voor de bevalling kwam ik bij de verloskundige op controle. ‘Ze is nog niet ingedaald,’ constateerde ze, ‘maar dat zie je vaker bij tweede kindjes. Niks om je zorgen over te maken.’ Maar met 37 weken braken mijn vliezen en bleek ze nog steeds te zitten waar ze was. Omdat ik ook bloed verloor, moest ik per ambulance naar het ziekenhuis waar ze een infuus aanlegden met weeënopwekkers.
Er veranderde echter helemaal niks. Ze bleef waar ze zat en daalde niet in. ‘Moet je misschien plassen?’ vroegen de verpleegkundigen herhaaldelijk. Omdat ik al eerder bevallen was, wisten we dat veel van bovenstaande oorzaken niet voor mij opgingen. Ik had het idee van niet, maar omdat ze het niet vertrouwden, brachten ze toch een katheter aan. Dat bleek maar goed ook: een luttele 800 milliliter later daalde ze in noodtempo in en een paar uur later kon ik bevallen. Oeps!
De les die ik hieruit trok? Ga altijd plassen voor je bevalling. Ook als je denkt dat je niet hoeft…’
Wanneer daalde jouw kindje in? Of zit je momenteel in de situatie waarin je baby niet indaalt? Laat het ons weten in de reacties! En als je nog bevallen moet: veel succes.
Afbeelding, Natalia Deriabina – Shutterstock
